Opschuiven (to move) conjugation

Dutch
26 examples

Conjugation of opschuiven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schuif op
I move
schuift op
you move
schuift op
he/she/it moves
schuiven op
we move
schuiven op
you all move
schuiven op
they move
Present perfect tense
heb opgeschoven
I have moved
hebt opgeschoven
you have moved
heeft opgeschoven
he/she/it has moved
hebben opgeschoven
we have moved
hebben opgeschoven
you all have moved
hebben opgeschoven
they have moved
Past tense
schoof op
I moved
schoof op
you moved
schoof op
he/she/it moved
schoven op
we moved
schoven op
you all moved
schoven op
they moved
Future tense
zal opschuiven
I will move
zult opschuiven
you will move
zal opschuiven
he/she/it will move
zullen opschuiven
we will move
zullen opschuiven
you all will move
zullen opschuiven
they will move
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opschuiven
I would move
zou opschuiven
you would move
zou opschuiven
he/she/it would move
zouden opschuiven
we would move
zouden opschuiven
you all would move
zouden opschuiven
they would move
Subjunctive mood
schuive op
I move
schuive op
you move
schuive op
he/she/it move
schuive op
we move
schuive op
you all move
schuive op
they move
Past perfect tense
had opgeschoven
I had moved
had opgeschoven
you had moved
had opgeschoven
he/she/it had moved
hadden opgeschoven
we had moved
hadden opgeschoven
you all had moved
hadden opgeschoven
they had moved
Future perf.
zal opgeschoven hebben
I will have moved
zal opgeschoven hebben
you will have moved
zal opgeschoven hebben
he/she/it will have moved
zullen opgeschoven hebben
we will have moved
zullen opgeschoven hebben
you all will have moved
zullen opgeschoven hebben
they will have moved
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeschoven hebben
I would have moved
zou opgeschoven hebben
you would have moved
zou opgeschoven hebben
he/she/it would have moved
zouden opgeschoven hebben
we would have moved
zouden opgeschoven hebben
you all would have moved
zouden opgeschoven hebben
they would have moved
Present bijzin tense
opschuif
I move
opschuift
you move
opschuift
he/she/it moves
opschuiven
we move
opschuiven
you all move
opschuiven
they move
Past bijzin tense
opschoof
I moved
opschoof
you moved
opschoof
he/she/it moved
opschoven
we moved
opschoven
you all moved
opschoven
they moved
Future bijzin tense
zal opschuiven
I will move
zult opschuiven
you will move
zal opschuiven
he/she/it will move
zullen opschuiven
we will move
zullen opschuiven
you all will move
zullen opschuiven
they will move
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opschuiven
I would move
zou opschuiven
you would move
zou opschuiven
he/she/it would move
zouden opschuiven
we would move
zouden opschuiven
you all would move
zouden opschuiven
they would move
Subjunctive bijzin mood
opschuive
I move
opschuive
you move
opschuive
he/she/it move
opschuive
we move
opschuive
you all move
opschuive
they move
Du
Ihr
Imperative mood
schuif op
move
schuift op
move

Examples of opschuiven

Example in DutchTranslation in English
"Ik wil een schoon kopje, laten we allemaal een plaatsje opschuiven,""I want a clean cup, let's all move round one place,"
- Iedereen moet opschuiven.Oh, Mrs. Clutterbuck, everybody needs to move over.
- Kun je een beetje opschuiven? Oké.- If you could just move a little...
- We moeten de bar opschuiven. - Wat? - We moeten de bar opschuiven.!Fred, we need to move the bar.
- Geen tijd voor, schuif op.We ain't got time for that. Now, move over.
- Lucy, schuif op, ik moet me verstoppen.Lucy, move over. I need someplace to hide.
Dimitri, schuif op.Dmitri, move...
Goed, schuif op.All right, move over.
Hier, schuif op.Here, move over.
Carstairs schuift op naar de tweede plaats.Carstairs moves into second.
Het front schuift op, het aanbod blijft.The front moves, my offer remains.
De 'Tigers' schuiven op naar de 1A finale. Ze winnen in vijf.The Tigers move to the 1A Finals, winning it in five.
Iemand, ergens boven in de voedselketen... Ze kunnen hem naar boven schuiven op de transplantatielijst.Someone, somewhere up the food chain... they can move him up the transplant list.
-Nee, dat was door het onderzoek. Al mijn afspraken waren opgeschoven.All my appointments got moved on.
Bij Monopolie heb ik m'n hoedje een paar vakjes opgeschoven.I was playing Monopoly. I was the little top hat, and I moved it a couple extra spaces there.
CENTCOM heeft ons ons vertrek opgeschoven.CENTCOM's just moved up our departure.
Dat plan is juist wat opgeschoven.Well, it looks like that plan just got moved up.
De straalwind is 160 km opgeschoven naar het noorden.The jet stream's moved 100 miles north.
Het begon in zijn lies, maar het schoof op naar zijn borst.It started in his groin, but it's moved up to his chest.
Louie, hij schoof op voor jou, Louie.Louie, he moved over for you, Louie.
Vooruit, de rij schoof op.Move up, the line moved. SHEILA:
Als je de nieuwe muur 25 centimeter opschuift... kun je die l-balk dan niet gebruiken?If you just moved the new wall out about 10 inches couldn't you just use the I Beam you've got?
Als je het principe terug kan brengen... milieu-onderzoeker (Auteur 'Comfortably Unaware") Alle visserij put niet alleen de soort uit, het leidt tot seriële uitputting, waarbij één soort wordt gedecimeerd en de industrie opschuift naar de volgende soort.If you can bring the principle back... Environmental researcher (Author "Comfortably Unaware") Fishing not only depletes the species, it leads to serial depletion, where one species is minimised and the industry moves on to the next species.
Dat betekent dat Belle Newman opschuift naar de eerste baan, Sarah Playaga... dan Andrews, dan Temple.Now that means that Belle Newman moves up to the first leg, Sarah Playaga then Andrews, then Temple.
Dat hij een paar centimeter opschuift.What's your idea? Well, my idea is that he moves an inch.
Ze wil dat je opschuift.She wants you to move over.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschuiven
slip off
inschuiven
retract
opschudden
shake up
opschutten
do

Similar but longer

openschuiven
slide open

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'move':

None found.
Learning languages?