Openschuiven (to slide open) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of openschuiven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schuif open
I slide open
schuift open
you slide open
schuift open
he/she/it slides open
schuiven open
we slide open
schuiven open
you all slide open
schuiven open
they slide open
Present perfect tense
heb opengeschoven
I have slid open
hebt opengeschoven
you have slid open
heeft opengeschoven
he/she/it has slid open
hebben opengeschoven
we have slid open
hebben opengeschoven
you all have slid open
hebben opengeschoven
they have slid open
Past tense
schoof open
I slid open
schoof open
you slid open
schoof open
he/she/it slid open
schoven open
we slid open
schoven open
you all slid open
schoven open
they slid open
Future tense
zal openschuiven
I will slide open
zult openschuiven
you will slide open
zal openschuiven
he/she/it will slide open
zullen openschuiven
we will slide open
zullen openschuiven
you all will slide open
zullen openschuiven
they will slide open
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou openschuiven
I would slide open
zou openschuiven
you would slide open
zou openschuiven
he/she/it would slide open
zouden openschuiven
we would slide open
zouden openschuiven
you all would slide open
zouden openschuiven
they would slide open
Subjunctive mood
schuive open
I slide open
schuive open
you slide open
schuive open
he/she/it slide open
schuive open
we slide open
schuive open
you all slide open
schuive open
they slide open
Past perfect tense
had opengeschoven
I had slid open
had opengeschoven
you had slid open
had opengeschoven
he/she/it had slid open
hadden opengeschoven
we had slid open
hadden opengeschoven
you all had slid open
hadden opengeschoven
they had slid open
Future perf.
zal opengeschoven hebben
I will have slid open
zal opengeschoven hebben
you will have slid open
zal opengeschoven hebben
he/she/it will have slid open
zullen opengeschoven hebben
we will have slid open
zullen opengeschoven hebben
you all will have slid open
zullen opengeschoven hebben
they will have slid open
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opengeschoven hebben
I would have slid open
zou opengeschoven hebben
you would have slid open
zou opengeschoven hebben
he/she/it would have slid open
zouden opengeschoven hebben
we would have slid open
zouden opengeschoven hebben
you all would have slid open
zouden opengeschoven hebben
they would have slid open
Present bijzin tense
openschuif
I slide open
openschuift
you slide open
openschuift
he/she/it slides open
openschuiven
we slide open
openschuiven
you all slide open
openschuiven
they slide open
Past bijzin tense
openschoof
I slid open
openschoof
you slid open
openschoof
he/she/it slid open
openschoven
we slid open
openschoven
you all slid open
openschoven
they slid open
Future bijzin tense
zal openschuiven
I will slide open
zult openschuiven
you will slide open
zal openschuiven
he/she/it will slide open
zullen openschuiven
we will slide open
zullen openschuiven
you all will slide open
zullen openschuiven
they will slide open
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou openschuiven
I would slide open
zou openschuiven
you would slide open
zou openschuiven
he/she/it would slide open
zouden openschuiven
we would slide open
zouden openschuiven
you all would slide open
zouden openschuiven
they would slide open
Subjunctive bijzin mood
openschuive
I slide open
openschuive
you slide open
openschuive
he/she/it slide open
openschuive
we slide open
openschuive
you all slide open
openschuive
they slide open
Du
Ihr
Imperative mood
schuif open
slide open
schuift open
slide open

Examples of openschuiven

Example in DutchTranslation in English
Het soort slot waardoor hij niet meer openschuift.Uh, you know,the kind that-that, uh... that makes it impossibleto slide open?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontzenuwen
refute
oorlogvoeren
make war
opbergen
call
openliggen
do
openrukken
open snatch
openschieten
open fire
openslaan
open
openwerken
open work
opgloeien
glow
ophoepelen
buzz off

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'slide open':

None found.
Learning languages?