Uitspelen (to play) conjugation

Dutch
30 examples

Conjugation of uitspelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
speel uit
I play
speelt uit
you play
speelt uit
he/she/it plays
spelen uit
we play
spelen uit
you all play
spelen uit
they play
Present perfect tense
heb uitgespeeld
I have played
hebt uitgespeeld
you have played
heeft uitgespeeld
he/she/it has played
hebben uitgespeeld
we have played
hebben uitgespeeld
you all have played
hebben uitgespeeld
they have played
Past tense
speelde uit
I played
speelde uit
you played
speelde uit
he/she/it played
speelden uit
we played
speelden uit
you all played
speelden uit
they played
Future tense
zal uitspelen
I will play
zult uitspelen
you will play
zal uitspelen
he/she/it will play
zullen uitspelen
we will play
zullen uitspelen
you all will play
zullen uitspelen
they will play
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitspelen
I would play
zou uitspelen
you would play
zou uitspelen
he/she/it would play
zouden uitspelen
we would play
zouden uitspelen
you all would play
zouden uitspelen
they would play
Subjunctive mood
spele uit
I play
spele uit
you play
spele uit
he/she/it play
spele uit
we play
spele uit
you all play
spele uit
they play
Past perfect tense
had uitgespeeld
I had played
had uitgespeeld
you had played
had uitgespeeld
he/she/it had played
hadden uitgespeeld
we had played
hadden uitgespeeld
you all had played
hadden uitgespeeld
they had played
Future perf.
zal uitgespeeld hebben
I will have played
zal uitgespeeld hebben
you will have played
zal uitgespeeld hebben
he/she/it will have played
zullen uitgespeeld hebben
we will have played
zullen uitgespeeld hebben
you all will have played
zullen uitgespeeld hebben
they will have played
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgespeeld hebben
I would have played
zou uitgespeeld hebben
you would have played
zou uitgespeeld hebben
he/she/it would have played
zouden uitgespeeld hebben
we would have played
zouden uitgespeeld hebben
you all would have played
zouden uitgespeeld hebben
they would have played
Present bijzin tense
uitspeel
I play
uitspeelt
you play
uitspeelt
he/she/it plays
uitspelen
we play
uitspelen
you all play
uitspelen
they play
Past bijzin tense
uitspeelde
I played
uitspeelde
you played
uitspeelde
he/she/it played
uitspeelden
we played
uitspeelden
you all played
uitspeelden
they played
Future bijzin tense
zal uitspelen
I will play
zult uitspelen
you will play
zal uitspelen
he/she/it will play
zullen uitspelen
we will play
zullen uitspelen
you all will play
zullen uitspelen
they will play
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitspelen
I would play
zou uitspelen
you would play
zou uitspelen
he/she/it would play
zouden uitspelen
we would play
zouden uitspelen
you all would play
zouden uitspelen
they would play
Subjunctive bijzin mood
uitspele
I play
uitspele
you play
uitspele
he/she/it play
uitspele
we play
uitspele
you all play
uitspele
they play
Du
Ihr
Imperative mood
speel uit
play
speelt uit
play

Examples of uitspelen

Example in DutchTranslation in English
- Ik wil 't nog wat verder uitspelen.You know, I'm going to play the field a little bit more.
- Laat het uitspelen.Let it play out.
- Luister, de Kartels tegen elkaar uitspelen is de enige kans die wij hebben om Annie levend terug te krijgen. Ze zullen hem vermoorden.Look, guys, playing the cartels against each other is the only chance we have to get Annie back alive.
- Waarom het zo uitspelen?- But why play it out like that? - Why make it a game?
- lk ga een troef uitspelen.I got a card to play.
De man speelt uit het hart hier.The man is playing his heart right there.
Hij speelt uit bij Hillfair elke middag met twee van zijn gorilla's.He plays out at Hillfair every afternoon with two of his gorillas.
In dit huis verschijnt en beweegt van alles... de piano speelt uit zichzelf... en ik heb de keuken nooit gezien.This place is falling apart, things appear to move, and the piano plays music on its own! I mean, I have never even seen the kitchen.
Anders zal ze, op verre afstand van je, alleen een rol spelen uit plichtsgevoel.If you don't, she'll end up a thousand miles away from you, playing her role out of duty.
Ben je gezinstherapeut aan het spelen uit schuldgevoel voor het uitnodigen van de vader om te kijken naar je werk?Are you playing family therapist out of guilt for inviting the father to watch you operate?
De meiden spelen uit bij Vanderbilt.And the girls play away at Vanderbilt.
Jij laat een zwarte speler spelen uit de get-go?You gonna let a black player play from the get-go?
Zit misschien volgende paar van spelen uit.Maybe sit the next couple of plays out.
- Heb ik allemaal al uitgespeeld.- I've played them all.
-Die troefkaart is dus nooit uitgespeeld.A trump card never played. What?
150 jaar dat de set-up wachtte om te worden uitgespeeld.150 years that set-up's been waiting to be played out.
Als hij een kaart heeft die hij nog niet heeft uitgespeeld ... Gaan we niet ver geraken.If he's got a card he hasn't played yet, we're not gonna get far.
Als jij je troeven had uitgespeeld een paar jaar geleden zou je nu hoofdcommissaris geweest zijn.If you'd played ball a few years ago,you'd be head of the department now.
Ik bedoel, het speelde uit zichzelf.I mean,it kind of played itself.
Ik speelde uit de toon.I played out of tune.
Als ik de matriarch kaart uitspeel, dan is er nog hoop.Now, if I can play the matriarch card, There might still be hope.
Ik vind dat je erbij moet zijn als ik m'n laatste troef uitspeel.And I thought I'd at least let you come and watch me play my final card.
- Als spion is er niets beters dan, toegang te krijgen tot het commando centrum van je vijand. Je kunt hun zwakheden vaststellen, zien waar ze hun strijdkrachten plaatsen, en als je je kaarten goed uitspeelt, kun je zelfs een ontsnappingsroute voor je vrienden bedenken.You can identify their weaknesses, see where they're deploying their forces, and if you play your cards right, you can even create an escape route for your friends.
-Nee, maar als je je kaarten goed uitspeelt, vermijd je een draai om je ore.No, but if you play your cards right, you'll avoid a clip round the ear.
Alles valt op z'n plek, als je Evie's kaart uitspeelt.It all fits if you play the evie card.
Als hij zijn kaarten goed uitspeelt, zou hij kunnen eindigen in de cirkel van de winnaar.If he plays his cards right, he might end up in the winner's circle.
Als ik niet beter wist... zou ik zeggen dat u beide partijen tegen elkaar uitspeelt.Now, if I didn't know better, I might think you were playing both ends against the middle, Mrs. Palmer.
En ik denk dat jij en ik altijd ruzie maken omdat pa ons als kinderen altijd tegen elkaar uitspeelde.I think the only reason you and I always fight... is that since we were little kids, Dad's always played us off each other.
Jullie hebben toch gezien, hoe hij Fisher tegen mij uitspeelde.I mean, you saw how he played Fisher against me.
Lijkt erop dat hij mij uitspeelde tegen Constantine.Seems he played me against Constantine.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitjoelen
do
uitsparen
save
uitspoken
get up to
uitspugen
spit
uitspuwen
spit out

Similar but longer

uitspellen
spell
uitspoelen
wash

Random

uitlijnen
align
uitroken
fumigate
uitrukken
sally forth
uitschenken
pour
uitserveren
do
uitsnuiten
do
uitspatten
splash
uitspellen
spell
uitspreken
pronounce
uitspuwen
spit out

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'play':

None found.
Learning languages?