Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontgaan (to escape) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of ontgaan

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontga
I escape
ontgaat
you escape
ontgaat
he/she/it escapes
ontgaan
we escape
ontgaan
you all escape
ontgaan
they escape
Present perfect tense
ben ontgaan
I have escaped
bent ontgaan
you have escaped
is ontgaan
he/she/it has escaped
zijn ontgaan
we have escaped
zijn ontgaan
you all have escaped
zijn ontgaan
they have escaped
Past tense
ontging
I escaped
ontging
you escaped
ontging
he/she/it escaped
ontgingen
we escaped
ontgingen
you all escaped
ontgingen
they escaped
Future tense
zal ontgaan
I will escape
zult ontgaan
you will escape
zal ontgaan
he/she/it will escape
zullen ontgaan
we will escape
zullen ontgaan
you all will escape
zullen ontgaan
they will escape
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontgaan
I would escape
zou ontgaan
you would escape
zou ontgaan
he/she/it would escape
zouden ontgaan
we would escape
zouden ontgaan
you all would escape
zouden ontgaan
they would escape
Subjunctive mood
ontga
I escape
ontga
you escape
ontga
he/she/it escape
ontga
we escape
ontga
you all escape
ontga
they escape
Past perfect tense
was ontgaan
I had escaped
was ontgaan
you had escaped
was ontgaan
he/she/it had escaped
waren ontgaan
we had escaped
waren ontgaan
you all had escaped
waren ontgaan
they had escaped
Future perf.
zal ontgaan zijn
I will have escaped
zal ontgaan zijn
you will have escaped
zal ontgaan zijn
he/she/it will have escaped
zullen ontgaan zijn
we will have escaped
zullen ontgaan zijn
you all will have escaped
zullen ontgaan zijn
they will have escaped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontgaan zijn
I would have escaped
zou ontgaan zijn
you would have escaped
zou ontgaan zijn
he/she/it would have escaped
zouden ontgaan zijn
we would have escaped
zouden ontgaan zijn
you all would have escaped
zouden ontgaan zijn
they would have escaped
Du
Ihr
Imperative mood
ontga
escape
ontgaat
escape

Examples of ontgaan

Example in DutchTranslation in English
"In de helderste dag, in de donkerste nacht, zal geen slechterik mij ontgaan."In brightest day, in darkest night, no evil shall escape my sight.
- Dat is me niet ontgaan.It hadn't escaped me.
- Het was ons niet ontgaan dat u al een poosje meer dan vrienden was. Ik vind het heel erg voor u.It had not escaped our notice that you and Agent Borzov... had been more than friends for some time.
- Weet ik, dat is me niet ontgaan.l know that, Charlie. That fact hasn't escaped me.
-Die kunnen Portillo niet ontgaan.Right. They can't escape Portillo.
- Er ontgaat je niets, Louis.- Nothing escapes you, Louis.
- Niets ontgaat mij.- Nothing escapes me.
Als daar een verklaring voor is, ontgaat die me compleet.If this has any meaning, it escapes me entirely.
Als de betekenis van slagvaardigheid iemand ontgaat...And if the meaning of "alacrity" escapes anyone...
Dat ontgaat me nog even.If so, it has escaped me.
Een droevig geheim ontging me toen ik hun levens reconstrueerde.Some sorrowful secret escaped me in the piecing together of their lives.
Het patroon dat mij ontging in de levens van hen die omkwamen gaat zelfs nu nog aan mij voorbij.The pattern that escaped me in the lives of those five who died eludes me. Even now.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitgaan
go out

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'escape':

None found.