Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontheiligen (to profane) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of ontheiligen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontheilig
I profane
ontheiligt
you profane
ontheiligt
he/she/it profanes
ontheiligen
we profane
ontheiligen
you all profane
ontheiligen
they profane
Present perfect tense
heb ontheiligd
I have profaned
hebt ontheiligd
you have profaned
heeft ontheiligd
he/she/it has profaned
hebben ontheiligd
we have profaned
hebben ontheiligd
you all have profaned
hebben ontheiligd
they have profaned
Past tense
ontheiligde
I profaned
ontheiligde
you profaned
ontheiligde
he/she/it profaned
ontheiligden
we profaned
ontheiligden
you all profaned
ontheiligden
they profaned
Future tense
zal ontheiligen
I will profane
zult ontheiligen
you will profane
zal ontheiligen
he/she/it will profane
zullen ontheiligen
we will profane
zullen ontheiligen
you all will profane
zullen ontheiligen
they will profane
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontheiligen
I would profane
zou ontheiligen
you would profane
zou ontheiligen
he/she/it would profane
zouden ontheiligen
we would profane
zouden ontheiligen
you all would profane
zouden ontheiligen
they would profane
Subjunctive mood
ontheilige
I profane
ontheilige
you profane
ontheilige
he/she/it profane
ontheilige
we profane
ontheilige
you all profane
ontheilige
they profane
Past perfect tense
had ontheiligd
I had profaned
had ontheiligd
you had profaned
had ontheiligd
he/she/it had profaned
hadden ontheiligd
we had profaned
hadden ontheiligd
you all had profaned
hadden ontheiligd
they had profaned
Future perf.
zal ontheiligd hebben
I will have profaned
zal ontheiligd hebben
you will have profaned
zal ontheiligd hebben
he/she/it will have profaned
zullen ontheiligd hebben
we will have profaned
zullen ontheiligd hebben
you all will have profaned
zullen ontheiligd hebben
they will have profaned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontheiligd hebben
I would have profaned
zou ontheiligd hebben
you would have profaned
zou ontheiligd hebben
he/she/it would have profaned
zouden ontheiligd hebben
we would have profaned
zouden ontheiligd hebben
you all would have profaned
zouden ontheiligd hebben
they would have profaned
Du
Ihr
Imperative mood
ontheilig
profane
ontheiligt
profane

Examples of ontheiligen

Example in DutchTranslation in English
'Ik zal buitenstaanders onder jullie sturen, een man en een vrouw... en deze ongelovigen zullen het maïs ontheiligen en ontwijden."I will send outlanders among you... a man and a woman... and these unbelievers will be profaners and defilers of the corn.
Geen man kon elke associatie zo ontheiligen en ordinair maken op de manier als is aangenomen bij deze "beloofde zoon"."No man could have profaned and vulgarized "every association in the manner which has been adopted by this 'son of promise. "'
Maar jullie, jullie ontheiligen onze riten.But you... you profaned our sacred rites.
"Als ik met deze nederige hand die schrijn ontheilig, dan is de zoete straf:"If I profane with my unworthiest hand this holy shrine, the gentle fine is this:
"Dat hij mijn timpels niet ontheiligt ...""That he profane not my sancteraries ... "
Haar aanwezigheid ontheiligt Israël.Her presence profanes all Israel.
U ontheiligt het Heilige Schrift.You profane Holy Writ.
Het vlees van Eva dat sinds Adam al ontheiligd wordt.You see the flesh of Eve that man since Adam has profaned.
Issus is ontheiligd.Issus has been profaned.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

onderzetten
put under
ontgassen
degas
ontginnen
detoxify
ontgronden
do
ontharden
anneal
ontheffen
release
onthoofden
decapitate
ontluiken
vent
ontluisteren
tarnish
ontnieten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'profane':

None found.