Bespreken (to discuss) conjugation

Dutch
30 examples

Conjugation of bespreken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bespreek
I discuss
bespreekt
you discuss
bespreekt
he/she/it discusses
bespreken
we discuss
bespreken
you all discuss
bespreken
they discuss
Present perfect tense
heb besproken
I have discussed
hebt besproken
you have discussed
heeft besproken
he/she/it has discussed
hebben besproken
we have discussed
hebben besproken
you all have discussed
hebben besproken
they have discussed
Past tense
besprak
I discussed
besprak
you discussed
besprak
he/she/it discussed
bespraken
we discussed
bespraken
you all discussed
bespraken
they discussed
Future tense
zal bespreken
I will discuss
zult bespreken
you will discuss
zal bespreken
he/she/it will discuss
zullen bespreken
we will discuss
zullen bespreken
you all will discuss
zullen bespreken
they will discuss
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bespreken
I would discuss
zou bespreken
you would discuss
zou bespreken
he/she/it would discuss
zouden bespreken
we would discuss
zouden bespreken
you all would discuss
zouden bespreken
they would discuss
Subjunctive mood
bespreke
I discuss
bespreke
you discuss
bespreke
he/she/it discuss
bespreke
we discuss
bespreke
you all discuss
bespreke
they discuss
Past perfect tense
had besproken
I had discussed
had besproken
you had discussed
had besproken
he/she/it had discussed
hadden besproken
we had discussed
hadden besproken
you all had discussed
hadden besproken
they had discussed
Future perf.
zal besproken hebben
I will have discussed
zal besproken hebben
you will have discussed
zal besproken hebben
he/she/it will have discussed
zullen besproken hebben
we will have discussed
zullen besproken hebben
you all will have discussed
zullen besproken hebben
they will have discussed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou besproken hebben
I would have discussed
zou besproken hebben
you would have discussed
zou besproken hebben
he/she/it would have discussed
zouden besproken hebben
we would have discussed
zouden besproken hebben
you all would have discussed
zouden besproken hebben
they would have discussed
Du
Ihr
Imperative mood
bespreek
discuss
bespreekt
discuss

Examples of bespreken

Example in DutchTranslation in English
"Homer, we moeten je uitslag bespreken.""Homer, we must discuss your test results."
"Ik denk dat dit een soort vergaderruimte is, ...waar vier buitenaardse rassen, ...zoals de symbolen en het schrift op de muur beschrijven, samen kwamen, ...mogelijk om kennis te delen en relaties te bespreken,"I believe this room is some sort of meeting place, ...where four alien races denoted by the symbols, ...and distinctive writing on the walls would gather, ...possible to share knowledge, or discuss relations,
"We moeten je levenverzekering bespreken."We need to discuss your life insurance.
"We zijn hier om de beweringen van de mens te bespreken.""This is not relevant. -We're here to discuss the human's claims."
"We zouden graag jouw academisch onderzoek willen bespreken""We would like to discuss your academic research
- Bedenk wat nieuwe ideeën met Elise... en bespreek ondertussen wat je salaris moet worden.Okay, sit down with Elise, come up with some new ideas, and while you're at it discuss what you think your new salary should be.
- Dat bespreek ik liever elders.Mr Moore, this is not the place to hold this discussion.
- Dat bespreek ik liever niet met jou.I'm... suddenly uncomfortable discussing that with you.
- Dat bespreek ik liever onder vier ogen.Let's not discuss this in front of the help.
- Dat bespreek ik met hem.I'll discuss that only with him. Pig!
- Doe niet zo raar. Je bespreekt geen dingen bij de deur.- You're being silly, you don't discuss things standing by a door.
- Edelachtbare, ze bespreekt wethouder Wade's relaties met Moslims.- She is, Your Honor, discussing Alderman Wade's relationship with Muslims.
- En nogmaals, zodat het heel duidelijk is, ik wil niet dat je dit vertelt aan... of bespreekt met wie dan ook.- And once again, so we're explicitly clear, I don't want you to mention this or discuss it with anyone.
- Hebt u actieve dienst gehad? - Mr Rose bespreekt geen details.Mr. Rose is not comfortable discussing specifics.
- Nee, je bespreekt.- No. You - - You discuss.
"Alles wat er gebeurt tijdens het vrijgezellenweekend... kan nooit met iemand besproken worden voor welke reden dan ooit"."Everything that happens during the Bachelor Party Weekend... "can never be discussed with anyone else for any reason."
"Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen besproken"Many interesting developments were discussed,
"zoals besproken gelieve deze brief te aanvaarden als zekerheid van een vriend naar een andere,"as discussed, please accept this letter" "as assurance from one friend to another,"
'Heb ik dit geval besproken met iemand buiten Major Crimes? '"Have I discussed this case with anyone outside Major Crimes?"
- Alles wat we hadden besproken.Everything we discussed.
- Hij besprak actuele zaken.Many times he discussed tragic current events.
- Hij besprak het met mij.- He discussed it with me.
- Ik besprak 't met hem.- I discussed it.
- Ik besprak het dus met m'n vrouw... en we besloten dat ik de gans en de hoed naar u zou brengen. Omdat het kleinste probleem u interesseert in uw vakgebied.I discussed the matter with the good lady, and we decided that I would bring both the goose and the hat to you, Mr. Holmes, seeing as how even the slightest of problems is of interest to you in your particular line of occupation.
- Je besprak het bestaan... van een geheime shuttle met Cregg.- You discussed the existence of a secret military shuttle with Cregg.
- Hé, gaan we 't na het werk doen... even afhandelen wat we bespraken?- Hey, roll out after shift, handle that thing we discussed?
- Vader en ik bespraken dat ook al.- My father and I discussed that.
-In mijn vorige les... bespraken we geluid.In my last physics class... we discussed sound.
Alles wat we gisteravond bespraken.I'm short-staffed. Everything we discussed last night.
Begin maar met wat jullie net bespraken.Beginning with what you two just discussed right now.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afspreken
do
inspreken
record
opspreken
do

Similar but longer

nabespreken
up discussions

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'discuss':

None found.
Learning languages?