Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Winden (to wind) conjugation

Dutch
15 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wind
windt
windt
winden
winden
winden
Present perfect tense
heb gewonden
hebt gewonden
heeft gewonden
hebben gewonden
hebben gewonden
hebben gewonden
Past tense
wond
wond
wond
wonden
wonden
wonden
Future tense
zal winden
zult winden
zal winden
zullen winden
zullen winden
zullen winden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou winden
zou winden
zou winden
zouden winden
zouden winden
zouden winden
Subjunctive mood
winde
winde
winde
winde
winde
winde
Past perfect tense
had gewonden
had gewonden
had gewonden
hadden gewonden
hadden gewonden
hadden gewonden
Future perf.
zal gewonden hebben
zal gewonden hebben
zal gewonden hebben
zullen gewonden hebben
zullen gewonden hebben
zullen gewonden hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewonden hebben
zou gewonden hebben
zou gewonden hebben
zouden gewonden hebben
zouden gewonden hebben
zouden gewonden hebben
Du
Ihr
Imperative mood
wind
windt

Examples of winden

Example in DutchTranslation in English
"Hevige winden schudden de dierbare knoppen van mei..."Rough winds do shake the darling buds of May..."
"In deze winden van samenzweringen"In these winds of conspiracies
"Ruige winden doen de meiknoppen beven." "Maar uw eeuwige zomer zal niet verflauwen."Rough winds do shake the darling buds of May, but thy eternal summer shall not fade."
"Ruwe winden schudden aan de prille knopjes van Mei,""Rough winds do shake the darling buds of May,
"felle winden schudden met de ontluikende knoppen in mei""Rough winds do shake the darling buds of may, "
! Met die koude wind die van het meer komt?With that cold wind blowing off the lake?
""Wat beweegt is noch de takken, noch de wind... ""That which moves is neither the branches nor the wind..."
"'Ik bemerkte dat, alhoewel de wind in mijn gezicht waaide, de wind vervolgde om ons weg te dragen."'"'I notice that, though the wind blew strong in my face, the current continued to carry us out."'
"'Ik luister graag naar de wind', zegt Patty"."'I love to hear the wind,' Patty says."
"Als de wind er overheen strijkt, en verdwenen is...""For the wind pass over it, and it is gone..."
- Je windt je alleen maar op.You're winding yourself up like a cheap watch. It helps me focus.
En kijk het windt zichzelf op.And look, it winds itself.
Het windt zichzelf op.It's self-winding.
Ik heb de vrouw nog niet ontmoet. Ze windt me nu al op.Haven't met the woman, she's already winding me up.
Ik lig daar op de grond. Wie windt de klok op, als ik er niet meer ben.I lay there on the ground Who will wind the clock when I'm away

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

binden
tie
einden
do
handen
do
landen
land
monden
do
panden
do
randen
do
ronden
round
tanden
do
vinden
find
wedden
wager
weiden
feed
wenden
turn about
wieden
weed
wiegen
rock

Similar but longer

afwinden
unwind
omwinden
entwine
opwinden
raise

Random

wegsmijten
turf out
wentelen
wallow
werken
work
wielen
do
willen
want
willigen
accede
windsurfen
windsurf
wroegen
do
zabben
do
zadelen
saddle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wind':

None found.