Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Wenden (to turn about) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wend
wendt
wendt
wenden
wenden
wenden
Present perfect tense
heb gewend
hebt gewend
heeft gewend
hebben gewend
hebben gewend
hebben gewend
Past tense
wendde
wendde
wendde
wendden
wendden
wendden
Future tense
zal wenden
zult wenden
zal wenden
zullen wenden
zullen wenden
zullen wenden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wenden
zou wenden
zou wenden
zouden wenden
zouden wenden
zouden wenden
Subjunctive mood
wende
wende
wende
wende
wende
wende
Past perfect tense
had gewend
had gewend
had gewend
hadden gewend
hadden gewend
hadden gewend
Future perf.
zal gewend hebben
zal gewend hebben
zal gewend hebben
zullen gewend hebben
zullen gewend hebben
zullen gewend hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewend hebben
zou gewend hebben
zou gewend hebben
zouden gewend hebben
zouden gewend hebben
zouden gewend hebben
Du
Ihr
Imperative mood
wend
wendt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

binden
tie
einden
do
handen
do
landen
land
monden
do
panden
do
randen
do
ronden
round
tanden
do
vinden
find
wecken
do
wedden
wager
weiden
feed
weiven
do
wekken
wake

Similar but longer

afwenden
turn
omwenden
turn back

Random

wegstuffen
do
wegstuiven
do
wegzwemmen
swim away
weken
soften
welken
do
welvaren
be succesful
wemelen
abound
wenen
cry
wieken
do
wijzigen
change

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'turn about':

None found.