Wedden (to wager) conjugation

Dutch
19 examples

Conjugation of wedden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wed
I wager
wedt
you wager
wedt
he/she/it wagers
wedden
we wager
wedden
you all wager
wedden
they wager
Present perfect tense
heb gewed
I have wagered
hebt gewed
you have wagered
heeft gewed
he/she/it has wagered
hebben gewed
we have wagered
hebben gewed
you all have wagered
hebben gewed
they have wagered
Past tense
wedde
I wagered
wedde
you wagered
wedde
he/she/it wagered
wedden
we wagered
wedden
you all wagered
wedden
they wagered
Future tense
zal wedden
I will wager
zult wedden
you will wager
zal wedden
he/she/it will wager
zullen wedden
we will wager
zullen wedden
you all will wager
zullen wedden
they will wager
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wedden
I would wager
zou wedden
you would wager
zou wedden
he/she/it would wager
zouden wedden
we would wager
zouden wedden
you all would wager
zouden wedden
they would wager
Subjunctive mood
wedde
I wager
wedde
you wager
wedde
he/she/it wager
wedde
we wager
wedde
you all wager
wedde
they wager
Past perfect tense
had gewed
I had wagered
had gewed
you had wagered
had gewed
he/she/it had wagered
hadden gewed
we had wagered
hadden gewed
you all had wagered
hadden gewed
they had wagered
Future perf.
zal gewed hebben
I will have wagered
zal gewed hebben
you will have wagered
zal gewed hebben
he/she/it will have wagered
zullen gewed hebben
we will have wagered
zullen gewed hebben
you all will have wagered
zullen gewed hebben
they will have wagered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewed hebben
I would have wagered
zou gewed hebben
you would have wagered
zou gewed hebben
he/she/it would have wagered
zouden gewed hebben
we would have wagered
zouden gewed hebben
you all would have wagered
zouden gewed hebben
they would have wagered
Du
Ihr
Imperative mood
wed
wager
wedt
wager

Examples of wedden

Example in DutchTranslation in English
- Hoe is het wedden?- How's the wagering?
- Ik mag niet wedden.I can't wager on sporting events.
- Ja. Ik vind het jammer dat onze ideeën zo uiteenlopend zijn, maar mensen wedden al op golfmatchen lang voor dat er sprake was van de U.S. Open.Well, I hate to differ with you, kids, but people been wagerin' on golf matches long before there was ever a U. S. Open.
- Laten we wedden.Let's make it a wager.
- U kunt nog wedden als u zich haast.- You may still wager if you hurry.
- Ik wed, dat het Thackery was.I'd wager anything it was Thackery.
- Je kan niet wachten om te gaan en het uit te vinden, wed ik.- You can't wait to get going and find out, I'll wager.
- Na vandaag wed ik dat we een kans maken.After today, I wager we stand a chance.
Als ik een gokker zou zijn, wed ik dat er iets aan de hand is.If I were a gambling man, I'd wager something's... Afoot.
Dan wed ik dat hij dat binnen twee weken doet.I'll wager he will do so in less than a fortnight.
Als u wedt om de eer, zult u verliezen.If you wager him for glory, you will lose.
Ten eerste kun je geroyeerd worden als je op een zaak wedt.Hey! First of all, wagering on the outcome of a case is grounds for disbarment.
- We hebben op een zaak gewed.Denny, we wagered on a case.
Ik had nooit om jou gewed als ik geen heel goede kaarten had.I never would have wagered you if I didn't have a very good hand.
Ik heb fors gewed dat je hem tot het zesde niveau bezighoudt.I have wagered heavily in the ship's pool that you will take him past the sixth plateau.
Ik wilde gewoon niet, dat Burt zou weten dat ik een paar keer gewed heb.I just didn't want Burt to know I'd wagered on some games.
Je hebt om een snelle auto gewed. Ik heb er een van je te goed.You wagered a 10 sec car, you owe me a 10 sec car.
Als ik anders wedde, zou ik geld verliezen.I would lose money if I wagered other.
Ik wedde erop, dat jij zou inzien dat succes in ons wederzijds belang is.Well, I wagered that you'd see that success is in our mutual best interest.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bidden
pray
redden
rescue
wecken
do
weiden
feed
weiven
do
wekken
wake
welken
do
wellen
soak
welven
be succesful
wenden
turn about
wenken
beckon
wennen
get used
wensen
desire
werken
work
werpen
throw

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wager':

None found.
Learning languages?