Spugen (to spit) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of spugen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spuug
I spit
spuugt
you spit
spuugt
he/she/it spits
spugen
we spit
spugen
you all spit
spugen
they spit
Present perfect tense
heb gespuugd;heb gespogen
I have spitted
hebt gespuugd;hebt gespogen
you have spitted
heeft gespuugd;heeft gespogen
he/she/it has spitted
hebben gespuugd;hebben gespogen
we have spitted
hebben gespuugd;hebben gespogen
you all have spitted
hebben gespuugd;hebben gespogen
they have spitted
Past tense
spuugde;spoog
I spitted
spuugde;spoog
you spitted
spuugde;spoog
he/she/it spitted
spuugden;spogen
we spitted
spuugden;spogen
you all spitted
spuugden;spogen
they spitted
Future tense
zal spugen
I will spit
zult spugen
you will spit
zal spugen
he/she/it will spit
zullen spugen
we will spit
zullen spugen
you all will spit
zullen spugen
they will spit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou spugen
I would spit
zou spugen
you would spit
zou spugen
he/she/it would spit
zouden spugen
we would spit
zouden spugen
you all would spit
zouden spugen
they would spit
Subjunctive mood
spuge
I spit
spuge
you spit
spuge
he/she/it spit
spuge
we spit
spuge
you all spit
spuge
they spit
Past perfect tense
had gespuugd;had gespogen
I had spitted
had gespuugd;had gespogen
you had spitted
had gespuugd;had gespogen
he/she/it had spitted
hadden gespuugd;hadden gespogen
we had spitted
hadden gespuugd;hadden gespogen
you all had spitted
hadden gespuugd;hadden gespogen
they had spitted
Future perf.
zal gespuugd hebben;zal gespogen hebben
I will have spitted
zal gespuugd hebben;zal gespogen hebben
you will have spitted
zal gespuugd hebben;zal gespogen hebben
he/she/it will have spitted
zullen gespuugd hebben;zullen gespogen hebben
we will have spitted
zullen gespuugd hebben;zullen gespogen hebben
you all will have spitted
zullen gespuugd hebben;zullen gespogen hebben
they will have spitted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gespuugd hebben;zou gespogen hebben
I would have spitted
zou gespuugd hebben;zou gespogen hebben
you would have spitted
zou gespuugd hebben;zou gespogen hebben
he/she/it would have spitted
zouden gespuugd hebben;zouden gespogen hebben
we would have spitted
zouden gespuugd hebben;zouden gespogen hebben
you all would have spitted
zouden gespuugd hebben;zouden gespogen hebben
they would have spitted
Du
Ihr
Imperative mood
spuug
spit
spuugt
spit

Examples of spugen

Example in DutchTranslation in English
"Ik ben aan het spugen""I'm spitting."
"We gaan erop spugen"!"We're going to spit on them"!
"en absoluut niet spugen op de vloer."(Hays) "And absolutely no spitting on the god damn floor."
"om in zijn handen te spugen..."to spit upon his hands,
'Elke normale man komt soms in de verleiding om in zijn handen te spugen, de zwarte vlag te hijsen en kelen door te gaan snijden.'"every normal man must be tempted at times "to spit on his hands, hoist the black flag, "and begin to slit throats."
"Liegbeest, Sarah" of "lk spuug in je gezicht" ."You're a lying bitch, Sarah, " or "I'll spit in your face."
"een roggel spuug in het gezicht van de kunst..."a gob of spit in the face of Art...
"spuug op jou!'I spit on You!
# Toreador, spuug niet op de vloer, # # gebruik de kwispedoor waar denk je dat het voor is?# Toreador, don't spit on the floor # Use the cuspidor-a What do you think it's for-a? #
'Alles wat ik probeer spuug ik terug naar jou. '"All the shots I spit back at you."
'Alum mo' een vuistvol aarde valt, als de grafdelver spuugt.'Alum mo. I a fist-full of earth falling, as the gravedigger swears, spits."
'Ik wil me niet aankleden.' 'Joey spuugt.' 'Zo maakt mama geen wafels.'"I don't want to get dressed." "Joey keeps spitting in my mouth." "This isn't the way Mom makes waffles."
(Haviken, spuugt)(hawks, spits)
(Machine stikt, spuugt en sterft)(Machine chokes, spits and dies )
- Een oud vrouwtje dat naar je spuugt... zet je wereldbeeld al op z'n kop.But even like some old lady spits at you, and it seriously affects your outlook on things.
En de menigte die ooit je naam scandeerde, op je spugend.And the crowd which once cheered your name spitting upon you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beugen
do
deugen
do
heugen
do
slagen
succeed
soggen
do
spaden
do
spanen
swarf
sparen
save
spelen
play
spenen
wean
speten
do
spoken
haunt
sporen
do
spuien
purge
spuwen
spew

Similar but longer

bespugen
spit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'spit':

None found.
Learning languages?