Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Spoken (to haunt) conjugation

Dutch
27 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spook
spookt
spookt
spoken
spoken
spoken
Present perfect tense
heb gespookt
hebt gespookt
heeft gespookt
hebben gespookt
hebben gespookt
hebben gespookt
Past tense
spookte
spookte
spookte
spookten
spookten
spookten
Future tense
zal spoken
zult spoken
zal spoken
zullen spoken
zullen spoken
zullen spoken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou spoken
zou spoken
zou spoken
zouden spoken
zouden spoken
zouden spoken
Subjunctive mood
spoke
spoke
spoke
spoke
spoke
spoke
Past perfect tense
had gespookt
had gespookt
had gespookt
hadden gespookt
hadden gespookt
hadden gespookt
Future perf.
zal gespookt hebben
zal gespookt hebben
zal gespookt hebben
zullen gespookt hebben
zullen gespookt hebben
zullen gespookt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gespookt hebben
zou gespookt hebben
zou gespookt hebben
zouden gespookt hebben
zouden gespookt hebben
zouden gespookt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
spook
spookt

Examples of spoken

Example in DutchTranslation in English
't Tussenliggende hoofdstuk over spoken geeft alle informatie.The intermediate interface chapter on haunting says it all.
- Alle geheimen komen uiteindelijk spoken.All secrets come back to haunt us, no?
- Da's een voorteken. Dat ging over twee jagers die kampeerden bij de blokhut waar zij kwam spoken.- The creepiest story about her was that two men out hunting camped near the cabin she's supposed to haunt...
- Er zijn nog steeds spoken.- Oh. Still haunted.
- Met koffie, maar zonder spoken.With coffee, but without the haunting.
'Het spook van de stijgende inflatie spookt rond bij 's werelds meest vooraanstaande economen.'The spectre of rising inflation is haunting the world's leading economists.'
's Nachts verschijnt er een vrouwelijk spook."At night the grounds become haunted with the sight of a female apparition."
- De spook parasol!- The haunted parasol!
- Ik denk dat het spook me achtervolgt.- I think I'm being haunted.
- Sally, ik spook in een uitvaartcentrum.Sally, I've been haunting a funeral home.
"Beste Sam en Dean, het spookt in dit hotel."this hotel is haunted.
'Het spook van de stijgende inflatie spookt rond bij 's werelds meest vooraanstaande economen.'The spectre of rising inflation is haunting the world's leading economists.'
- Al dat gedoe dat ze zeggen... dat het hier spookt, het verhaal over Leticia Gore...What do you want to know? All this stuff they're saying... Place being haunted, Letitia Gore.
- Als je denkt dat 't er niet spookt durf jij er dan aan te bellen?-No. If it's not haunted.
- Alsof 't hier spookt.Like the house was haunted.
Dus het heeft daar echt gespookt.Guess it really was haunted.
Ik heb nooit bij Bedford gespookt.I never haunted bedford.
We deden alsof er gespookt werd door kwade geesten.Pretend that it was haunted by fierce ghosts.
- jij. Wie spookte er in jouw dromen?- You who haunted you in your dreams?
70 jaar lang, bezocht ik vaak en spookte op die plek.For 70 years, I visited, frequented, haunted that place.
Baba Yaga is de monster die in mijn jeugd nachtmerries spookte.Baba Yaga is the monster who haunted my childhood nightmares.
Dat beeld spookte door mijn hele pubertijd.That image haunted me all the way through puberty.
De gedachte daaraan spookte de hele avond door mijn hoofd.The thought of that haunted me all night.
In die onderdelen spookten de geesten van de piloten.Then the spirit of the pilot and copilot haunted those flights.
In ooit bloeiende steden spookten verminkte veteranen door de straten als geesten uit een ander tijdperk.ln formerly wealthy cities, disabled veterans haunted the streets, like ghosts from another lifetime.
Voordat we... Voordat ik jou had... spookten de nummers door m'n hoofd.You know, before we-- before I found you, the numbers haunted me.
Ze spookten rond bij de plaatselijke stammen.They haunted the native tribes living in the surrounding area.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

choken
choke
kroken
do
shaken
shake
slaken
heave
smaken
taste
smeken
beg
smoken
do
spaden
do
spanen
swarf
sparen
save
spelen
play
spenen
wean
speten
do
sporen
do
spugen
spit

Similar but longer

omspoken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'haunt':

None found.