Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Meren (to fasten) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
meer
meert
meert
meren
meren
meren
Present perfect tense
heb gemeerd
hebt gemeerd
heeft gemeerd
hebben gemeerd
hebben gemeerd
hebben gemeerd
Past tense
meerde
meerde
meerde
meerden
meerden
meerden
Future tense
zal meren
zult meren
zal meren
zullen meren
zullen meren
zullen meren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meren
zou meren
zou meren
zouden meren
zouden meren
zouden meren
Subjunctive mood
mere
mere
mere
mere
mere
mere
Past perfect tense
had gemeerd
had gemeerd
had gemeerd
hadden gemeerd
hadden gemeerd
hadden gemeerd
Future perf.
zal gemeerd hebben
zal gemeerd hebben
zal gemeerd hebben
zullen gemeerd hebben
zullen gemeerd hebben
zullen gemeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemeerd hebben
zou gemeerd hebben
zou gemeerd hebben
zouden gemeerd hebben
zouden gemeerd hebben
zouden gemeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
meer
meert

Examples of meren

Example in DutchTranslation in English
Alleen gaan uw revers helemaal tot de onderste knoop dicht, wat meer gestroomlijnd oogt.- Yeah. Now, the only difference is-- your lapel... is going to fasten down to the bottom button, giving it a much more streamlined effect--
Houd uw riemen vast en blijf zitten. Mogelijk komt er nog meer turbulentie.Keep your seat belt fastened while seated, as we may hit more turbulence.
U wordt verzocht niet meer te roken en uw gordel om te doen.Please extinguish all cigarettes and fasten your seat-belts.
[Stewardess] In de voorbereiding voor onze landing in Houston let op het 'stoelriemen vast'-lampje en niet meer roken tot u in de terminal bent.In preparation for our landing in Houston, observe the fasten seat belt sign, and no smoking until well inside the terminal.
lets meer dan verwacht.With the skirt safely fastened, all that's left is for her to lose her trousers.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

arren
do
baren
bear
beren
do
boren
drill
buren
do
deren
harm
duren
last
garen
yarn
geren
do
haren
do
horen
hear
huren
hire
keren
turn
kuren
do
leren
learn

Similar but longer

afmeren
moor
emmeren
do
hameren
hammer
lameren
do
meieren
do
mêleren
do
meneren
do
merken
recognise
meuren
do
mieren
do
moeren
do
mokeren
do
moveren
do
muteren
do
smeren
spread

Random

manipuleren
manipulate
mazzelen
do
meevoelen
sympathize
mennen
do
merceriseren
mercerize
mergelen
marl
mesten
fertilize
meuken
do
miezeren
drizzle
mijteren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fasten':

None found.