Buren (to do) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of buren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
buur
I do
buurt
you do
buurt
he/she/it does
buren
we do
buren
you all do
buren
they do
Present perfect tense
heb gebuurd
I have done
hebt gebuurd
you have done
heeft gebuurd
he/she/it has done
hebben gebuurd
we have done
hebben gebuurd
you all have done
hebben gebuurd
they have done
Past tense
buurde
I did
buurde
you did
buurde
he/she/it did
buurden
we did
buurden
you all did
buurden
they did
Future tense
zal buren
I will do
zult buren
you will do
zal buren
he/she/it will do
zullen buren
we will do
zullen buren
you all will do
zullen buren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou buren
I would do
zou buren
you would do
zou buren
he/she/it would do
zouden buren
we would do
zouden buren
you all would do
zouden buren
they would do
Subjunctive mood
bure
I do
bure
you do
bure
he/she/it do
bure
we do
bure
you all do
bure
they do
Past perfect tense
had gebuurd
I had done
had gebuurd
you had done
had gebuurd
he/she/it had done
hadden gebuurd
we had done
hadden gebuurd
you all had done
hadden gebuurd
they had done
Future perf.
zal gebuurd hebben
I will have done
zal gebuurd hebben
you will have done
zal gebuurd hebben
he/she/it will have done
zullen gebuurd hebben
we will have done
zullen gebuurd hebben
you all will have done
zullen gebuurd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebuurd hebben
I would have done
zou gebuurd hebben
you would have done
zou gebuurd hebben
he/she/it would have done
zouden gebuurd hebben
we would have done
zouden gebuurd hebben
you all would have done
zouden gebuurd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
buur
do
buurt
do

Examples of buren

Example in DutchTranslation in English
"Als je moet stelen om te eten, steel niet van uw buren. ""If you must steal to eat, don't steal from your neighbors."
"Met Jennifer van de buren ook.""AboutJennifer next door. Yes.
'Alstublieft, laat het niet de hond van de buren zijn.'"Please, please, please, don't let it be the neighbor's dog."
'Geachte heer, mevrouw, mijn buren bouwen een muur' 'en niet alleen start de aannemer te vroeg met werken,'"To whom it may concern, "my neighbors are building a retaining wall, and not only does their contractor start work too early" -- which is a very common complaint -- we get it all the time --
'Het slachtoffer, de 63 jarige Eudora Tattler leefde volgens de buren alleen."The victim, 63-year old "Eudora Tattler, was thought "by neighbors to have lived alone.
'Goede dokter, goede buur, goede vent. 'Good doctor, good neighbor, good guy.
- Een buur jongen.This kid that lives down the street.
- Het is Jerry, je buur.Jane, it's Jerry from next door.
- Nou, de hond van de buur. Die luistert naar de naam, Lockey.Well, there was the neighbor's dog whose name is "Lockey."
- Waarschijnlijk slechts enkele nieuwsgierige buur nieuwsgierig de nieuw aangekomen vreemdelingen uit Londen.- Probably just some nosy neighbor curious about the newly arrived aliens from London.
"Het is zeker 100 mijl velgwaarts naar de Smarl Rivier..." "...over de hoogvlaktes en omlaag naar het sombere dennenwoud..." "...dat nogal onbehaaglijk dicht in de buurt van de Trollenbotbergen ligt."It is indeed a hundred miles rimwards to the River Snarl, across the high plains and down to the gloomy pine forest, that lies rather closer than is comfortable to the Trollbone Mountains.
"Lk woon in een verlaten toren in de buurt van Goldstadt.""I am living in an abandoned watchtower close to the town of Goldstadt-"
"Nu je toch in de buurt bent..."Since you're down in the vicinity...
"Soul mate" komt niet eens in de buurt om het te evenaren."Soul mate" doesn't even begin to do it justice.
'Als er niets aan de hand is in u buurt dan blijf binnen en sluit alle deuren. 'If there is no activity where you live, stay inside and lock all doors.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

arren
do
baden
bathe
balen
do
banen
work way through
baren
bear
basen
do
baten
avail
bazen
do
benen
bone
beren
do
beven
tremble
bogen
do
bomen
chat
boren
drill
boten
do

Similar but longer

bemuren
do
beuren
lever
bezuren
do
burlen
bell

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?