Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Deren (to harm) conjugation

Dutch
9 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
deer
deert
deert
deren
deren
deren
Present perfect tense
heb gedeerd
hebt gedeerd
heeft gedeerd
hebben gedeerd
hebben gedeerd
hebben gedeerd
Past tense
deerde
deerde
deerde
deerden
deerden
deerden
Future tense
zal deren
zult deren
zal deren
zullen deren
zullen deren
zullen deren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou deren
zou deren
zou deren
zouden deren
zouden deren
zouden deren
Subjunctive mood
dere
dere
dere
dere
dere
dere
Past perfect tense
had gedeerd
had gedeerd
had gedeerd
hadden gedeerd
hadden gedeerd
hadden gedeerd
Future perf.
zal gedeerd hebben
zal gedeerd hebben
zal gedeerd hebben
zullen gedeerd hebben
zullen gedeerd hebben
zullen gedeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedeerd hebben
zou gedeerd hebben
zou gedeerd hebben
zouden gedeerd hebben
zouden gedeerd hebben
zouden gedeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
deer
deert

Examples of deren

Example in DutchTranslation in English
"...en de Zoon der Zonde onmachtig haar te deren.""And the son of iniquity be powerless to harm her."
De kogels zullen je niet deren.The bullets will not harm you.
Deze pijl kan mij niet deren.This arrow can't harm me .
Geen wapen, gesmeed door de mens zal je deren als je dit harnas draagt!No blade. No weapon forged by man will harm you whilst you wear this armor.
Hier kan niets je deren, alles is hier zuiver, goeie lucht...Nothing will harm you here, it's pure, clean air...
Haar reflectie deert U niet.Her reflection cannot harm you.
Niks deert mij.Nothing harms me.
Wat niet weet, wat niet deert.No harm, no foul.
Wij werken vaak met methaan, omdat het gas ons niet deert.- Many of us were hired by refineries because the methane fumes are not harmful to us. My spouse's brother is one.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

arren
do
baren
bear
beren
do
boren
drill
buren
do
dagen
daydream
dalen
descend
daten
date
dazen
do
delen
share
dijen
do
doden
kill
dogen
do
dolen
roam
domen
do

Similar but longer

adderen
adapt
aderen
do
cederen
do
coderen
encode
dateren
date
daveren
thunder
derven
lack
dineren
dine
doceren
teach
doleren
roam
doneren
endow
doseren
dose
doteren
dope
duperen
harm
kaderen
fit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'harm':

None found.