Smeren (to spread) conjugation

Dutch
19 examples

Conjugation of smeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
smeer
I spread
smeert
you spread
smeert
he/she/it spreads
smeren
we spread
smeren
you all spread
smeren
they spread
Present perfect tense
heb gesmeerd
I have spread
hebt gesmeerd
you have spread
heeft gesmeerd
he/she/it has spread
hebben gesmeerd
we have spread
hebben gesmeerd
you all have spread
hebben gesmeerd
they have spread
Past tense
smeerde
I spread
smeerde
you spread
smeerde
he/she/it spread
smeerden
we spread
smeerden
you all spread
smeerden
they spread
Future tense
zal smeren
I will spread
zult smeren
you will spread
zal smeren
he/she/it will spread
zullen smeren
we will spread
zullen smeren
you all will spread
zullen smeren
they will spread
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou smeren
I would spread
zou smeren
you would spread
zou smeren
he/she/it would spread
zouden smeren
we would spread
zouden smeren
you all would spread
zouden smeren
they would spread
Subjunctive mood
smere
I spread
smere
you spread
smere
he/she/it spread
smere
we spread
smere
you all spread
smere
they spread
Past perfect tense
had gesmeerd
I had spread
had gesmeerd
you had spread
had gesmeerd
he/she/it had spread
hadden gesmeerd
we had spread
hadden gesmeerd
you all had spread
hadden gesmeerd
they had spread
Future perf.
zal gesmeerd hebben
I will have spread
zal gesmeerd hebben
you will have spread
zal gesmeerd hebben
he/she/it will have spread
zullen gesmeerd hebben
we will have spread
zullen gesmeerd hebben
you all will have spread
zullen gesmeerd hebben
they will have spread
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesmeerd hebben
I would have spread
zou gesmeerd hebben
you would have spread
zou gesmeerd hebben
he/she/it would have spread
zouden gesmeerd hebben
we would have spread
zouden gesmeerd hebben
you all would have spread
zouden gesmeerd hebben
they would have spread
Du
Ihr
Imperative mood
smeer
spread
smeert
spread

Examples of smeren

Example in DutchTranslation in English
Als de pindakaas hard is, scheurt het brood bij het smeren.Because then it gets hard and I can't spread it without tearing the bread.
Begin met pindakaas op brood te smeren.Start spreading peanut butter on bread.
Dan kon je er zalf op smeren of wat je ook maar...And you could spread ointment on them, or anything else that you...
En je kunt er niet eens mayonaise op smeren.I've never seen him so excited about something you couldn't spread mayonnaise on.
Goed, en ik zal er wat gezond verstand op smeren.Yes, I will. And I'll spread a little common sense on the bread.
- Ik smeer 't er wel op.I'll spread it on for you.
Daar smeer ik ons allebei mee in.You know, kind of spread it around on us.
Dan smeer ik het erop.Then I spread like so.
Dat smeer je over je naakte jonge lijf... en dan laat je dat aflikken door een man die je vader had kunnen zijn.You spread it all over your naked nubile young body, and allow a man old enough to be your father to lick it off.
Ik smeer het alleen maar uit...Oh. It's just spreading.
- U bent een dikke Vlaming, en smeert boter op uw brood.Sir, you are a fat Fleming, and spread butter on your bread.
Als je hem maar snel smeert.It's whether or not you beat the spread.
Beeld je in dat je boter smeert op 'n groot stuk brood.Imagine you're spreading butter on a big piece of bread.
En jullie brood valt gewoon uit elkaar... als je er pindakaas op smeert.And your bread just rips apart. Just try spreading peanut butter on it... right in your hands.
Het is goede cholesterol, maar het smeert als slechte.It's good cholesterol, but it spreads like bad cholesterol.
Ik heb het gemengd en gesmeerd en jij durft prut tegen me te zeggen?I mashed it, I mixed it, I spread it. And you have the nerve to say slop to me.
Nee, je hebt het nu helemaal open gesmeerd.No you're spreading it around
Twee dagen geleden smeerde ik huidcrème op een cracker.Doc, two days ago, I spread moisturizer on a cracker.
en smeerde brylcreem over z'n hele hoofd.And spread Brylcreem all over his fillick

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aderen
do
ageren
act
boeren
burp
fleren
do
gieren
yaw
hoeren
do
kieren
do
koeren
bill and coo
loeren
pry
mieren
do
moeren
do
oreren
orate
pieren
do
poeren
do
roeren
stir

Similar but longer

afsmeren
smear
besmeren
decide
insmeren
smear
opsmeren
do
sommeren
command

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'spread':

None found.
Learning languages?