Bijstellen (to adjust) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of bijstellen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stel bij
I adjust
stelt bij
you adjust
stelt bij
he/she/it adjusts
stellen bij
we adjust
stellen bij
you all adjust
stellen bij
they adjust
Present perfect tense
heb bijgesteld
I have adjusted
hebt bijgesteld
you have adjusted
heeft bijgesteld
he/she/it has adjusted
hebben bijgesteld
we have adjusted
hebben bijgesteld
you all have adjusted
hebben bijgesteld
they have adjusted
Past tense
stelde bij
I adjusted
stelde bij
you adjusted
stelde bij
he/she/it adjusted
stelden bij
we adjusted
stelden bij
you all adjusted
stelden bij
they adjusted
Future tense
zal bijstellen
I will adjust
zult bijstellen
you will adjust
zal bijstellen
he/she/it will adjust
zullen bijstellen
we will adjust
zullen bijstellen
you all will adjust
zullen bijstellen
they will adjust
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijstellen
I would adjust
zou bijstellen
you would adjust
zou bijstellen
he/she/it would adjust
zouden bijstellen
we would adjust
zouden bijstellen
you all would adjust
zouden bijstellen
they would adjust
Subjunctive mood
stelle bij
I adjust
stelle bij
you adjust
stelle bij
he/she/it adjust
stelle bij
we adjust
stelle bij
you all adjust
stelle bij
they adjust
Past perfect tense
had bijgesteld
I had adjusted
had bijgesteld
you had adjusted
had bijgesteld
he/she/it had adjusted
hadden bijgesteld
we had adjusted
hadden bijgesteld
you all had adjusted
hadden bijgesteld
they had adjusted
Future perf.
zal bijgesteld hebben
I will have adjusted
zal bijgesteld hebben
you will have adjusted
zal bijgesteld hebben
he/she/it will have adjusted
zullen bijgesteld hebben
we will have adjusted
zullen bijgesteld hebben
you all will have adjusted
zullen bijgesteld hebben
they will have adjusted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgesteld hebben
I would have adjusted
zou bijgesteld hebben
you would have adjusted
zou bijgesteld hebben
he/she/it would have adjusted
zouden bijgesteld hebben
we would have adjusted
zouden bijgesteld hebben
you all would have adjusted
zouden bijgesteld hebben
they would have adjusted
Present bijzin tense
bijstel
I adjust
bijstelt
you adjust
bijstelt
he/she/it adjusts
bijstellen
we adjust
bijstellen
you all adjust
bijstellen
they adjust
Past bijzin tense
bijstelde
I adjusted
bijstelde
you adjusted
bijstelde
he/she/it adjusted
bijstelden
we adjusted
bijstelden
you all adjusted
bijstelden
they adjusted
Future bijzin tense
zal bijstellen
I will adjust
zult bijstellen
you will adjust
zal bijstellen
he/she/it will adjust
zullen bijstellen
we will adjust
zullen bijstellen
you all will adjust
zullen bijstellen
they will adjust
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijstellen
I would adjust
zou bijstellen
you would adjust
zou bijstellen
he/she/it would adjust
zouden bijstellen
we would adjust
zouden bijstellen
you all would adjust
zouden bijstellen
they would adjust
Subjunctive bijzin mood
bijstelle
I adjust
bijstelle
you adjust
bijstelle
he/she/it adjust
bijstelle
we adjust
bijstelle
you all adjust
bijstelle
they adjust
Du
Ihr
Imperative mood
stel bij
adjust
stelt bij
adjust

Examples of bijstellen

Example in DutchTranslation in English
- Als we de beelden bijstellen... en alle camera's draaien, zodat ze naar het noorden wijzen...Watch. If we adjust the images to compensate for the angle of viewing, in other words, turn all the cameras so they're pointing true north...
- Dat moet hij dan bijstellen.He'll have to adjust.
- De omzetter bijstellen.By adjusting the converter.
- Ik kan de sensoren bijstellen.I believe I can adjust our internal sensors to improve it.
- Laten we onze definities bijstellen.Wait a minute. Let's just readjust our definitions.
Onze voorste trekstralen, stel bij voor afstoting.Our forward tractor beams, adjust to repel.
- Ik heb 't filter bijgesteld.I've adjusted the encoding filter. Try it now.
Dat is ook imperfect, maar kan bijgesteld worden.It, too, is imperfect, but can be adjusted.
De slangklem wordt bijgesteld tot ten minste 20 cm van het buiseinde voor rectale insertie tot die lengte.The hose clamp is readjusted to at least 8 inches from the end of tube, for rectal insertion to that length.
De verticale baan van het ruimteafval, is bijgesteld met 32 graden.Is it working? Space debris vertical trajectory has been adjusted by 32 degrees.
Die heb ik net bijgesteld, sir.Sir, I've adjusted it.
Als ik de ogen bijstel, het weefsel aanpas.If I adjust the eyes... change some tissue...
Als je je amplitudeparameters bijstelt, krijg je 'n betere resolutie.You know, you might get better resolution if you adjust your amplitude parameters.
Astrid, ik wil dat je dat licht bijstelt.Astrid, I need you to adjust that light.
Dat is de derde keer, dat hij ´t volume bijstelt, van zijn headset in twee minuten.That's the third time he's adjusted the volume on his headset in two minutes.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

bijbestellen
reorder

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'adjust':

None found.
Learning languages?