Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

binnenglijden

to glide

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of binnenglijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
glij binnen
I glide
glijdt binnen
you glide
glijdt binnen
he/she/it glides
glijden binnen
we glide
glijden binnen
you all glide
glijden binnen
they glide
Present perfect tense
ben binnengegleden
I have glided
bent binnengegleden
you have glided
is binnengegleden
he/she/it has glided
zijn binnengegleden
we have glided
zijn binnengegleden
you all have glided
zijn binnengegleden
they have glided
Past tense
gleed binnen
I glided
gleed binnen
you glided
gleed binnen
he/she/it glided
gleden binnen
we glided
gleden binnen
you all glided
gleden binnen
they glided
Future tense
zal binnenglijden
I will glide
zult binnenglijden
you will glide
zal binnenglijden
he/she/it will glide
zullen binnenglijden
we will glide
zullen binnenglijden
you all will glide
zullen binnenglijden
they will glide
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou binnenglijden
I would glide
zou binnenglijden
you would glide
zou binnenglijden
he/she/it would glide
zouden binnenglijden
we would glide
zouden binnenglijden
you all would glide
zouden binnenglijden
they would glide
Subjunctive mood
glijde binnen
I glide
glijde binnen
you glide
glijde binnen
he/she/it glide
glijde binnen
we glide
glijde binnen
you all glide
glijde binnen
they glide
Past perfect tense
was binnengegleden
I had glided
was binnengegleden
you had glided
was binnengegleden
he/she/it had glided
waren binnengegleden
we had glided
waren binnengegleden
you all had glided
waren binnengegleden
they had glided
Future perf.
zal binnengegleden zijn
I will have glided
zal binnengegleden zijn
you will have glided
zal binnengegleden zijn
he/she/it will have glided
zullen binnengegleden zijn
we will have glided
zullen binnengegleden zijn
you all will have glided
zullen binnengegleden zijn
they will have glided
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou binnengegleden zijn
I would have glided
zou binnengegleden zijn
you would have glided
zou binnengegleden zijn
he/she/it would have glided
zouden binnengegleden zijn
we would have glided
zouden binnengegleden zijn
you all would have glided
zouden binnengegleden zijn
they would have glided
Present bijzin tense
binnenglij
I glide
binnenglijdt
you glide
binnenglijdt
he/she/it glides
binnenglijden
we glide
binnenglijden
you all glide
binnenglijden
they glide
Past bijzin tense
binnengleed
I glided
binnengleed
you glided
binnengleed
he/she/it glided
binnengleden
we glided
binnengleden
you all glided
binnengleden
they glided
Future bijzin tense
zal binnenglijden
I will glide
zult binnenglijden
you will glide
zal binnenglijden
he/she/it will glide
zullen binnenglijden
we will glide
zullen binnenglijden
you all will glide
zullen binnenglijden
they will glide
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou binnenglijden
I would glide
zou binnenglijden
you would glide
zou binnenglijden
he/she/it would glide
zouden binnenglijden
we would glide
zouden binnenglijden
you all would glide
zouden binnenglijden
they would glide
Subjunctive bijzin mood
binnenglijde
I glide
binnenglijde
you glide
binnenglijde
he/she/it glide
binnenglijde
we glide
binnenglijde
you all glide
binnenglijde
they glide
Du
Ihr
Imperative mood
glij binnen
glide
glijdt binnen
glide

Further details about this page

LOCATION