Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bikkelen (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bikkel
bikkelt
bikkelt
bikkelen
bikkelen
bikkelen
Present perfect tense
heb gebikkeld
hebt gebikkeld
heeft gebikkeld
hebben gebikkeld
hebben gebikkeld
hebben gebikkeld
Past tense
bikkelde
bikkelde
bikkelde
bikkelden
bikkelden
bikkelden
Future tense
zal bikkelen
zult bikkelen
zal bikkelen
zullen bikkelen
zullen bikkelen
zullen bikkelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bikkelen
zou bikkelen
zou bikkelen
zouden bikkelen
zouden bikkelen
zouden bikkelen
Subjunctive mood
bikkele
bikkele
bikkele
bikkele
bikkele
bikkele
Past perfect tense
had gebikkeld
had gebikkeld
had gebikkeld
hadden gebikkeld
hadden gebikkeld
hadden gebikkeld
Future perf.
zal gebikkeld hebben
zal gebikkeld hebben
zal gebikkeld hebben
zullen gebikkeld hebben
zullen gebikkeld hebben
zullen gebikkeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebikkeld hebben
zou gebikkeld hebben
zou gebikkeld hebben
zouden gebikkeld hebben
zouden gebikkeld hebben
zouden gebikkeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bikkel
bikkelt

Examples of bikkelen

Example in DutchTranslation in English
We zijn al meer dan 10 jaar aan het bikkelen, hebben meer dan 12 oorlogen uigevochten.We've been competing formore than 10 years fighting for more than dozen battles.
Het is een echte bikkel.Man doesn't fool, does he?
Ik waag liever m'n kansen bij meneer de bikkel.You and me are done! I'd rather take my chanceswith mr.Hard-ass over there.
Jij lijkt me geen bikkel.- You don't look like a killer to me.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

biggelen
dribble
hakkelen
do
kokkelen
do
kukkelen
do
mokkelen
do
pikkelen
do
sukkelen
whiz
tikkelen
do
tokkelen
strum
wikkelen
wrap

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.