Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

bijvoederen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of bijvoederen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
voeder bij
I do
voedert bij
you do
voedert bij
he/she/it does
voederen bij
we do
voederen bij
you all do
voederen bij
they do
Present perfect tense
heb bijgevoederd
I have done
hebt bijgevoederd
you have done
heeft bijgevoederd
he/she/it has done
hebben bijgevoederd
we have done
hebben bijgevoederd
you all have done
hebben bijgevoederd
they have done
Past tense
voederde bij
I did
voederde bij
you did
voederde bij
he/she/it did
voederden bij
we did
voederden bij
you all did
voederden bij
they did
Future tense
zal bijvoederen
I will do
zult bijvoederen
you will do
zal bijvoederen
he/she/it will do
zullen bijvoederen
we will do
zullen bijvoederen
you all will do
zullen bijvoederen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijvoederen
I would do
zou bijvoederen
you would do
zou bijvoederen
he/she/it would do
zouden bijvoederen
we would do
zouden bijvoederen
you all would do
zouden bijvoederen
they would do
Subjunctive mood
voedere bij
I do
voedere bij
you do
voedere bij
he/she/it do
voedere bij
we do
voedere bij
you all do
voedere bij
they do
Past perfect tense
had bijgevoederd
I had done
had bijgevoederd
you had done
had bijgevoederd
he/she/it had done
hadden bijgevoederd
we had done
hadden bijgevoederd
you all had done
hadden bijgevoederd
they had done
Future perf.
zal bijgevoederd hebben
I will have done
zal bijgevoederd hebben
you will have done
zal bijgevoederd hebben
he/she/it will have done
zullen bijgevoederd hebben
we will have done
zullen bijgevoederd hebben
you all will have done
zullen bijgevoederd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgevoederd hebben
I would have done
zou bijgevoederd hebben
you would have done
zou bijgevoederd hebben
he/she/it would have done
zouden bijgevoederd hebben
we would have done
zouden bijgevoederd hebben
you all would have done
zouden bijgevoederd hebben
they would have done
Present bijzin tense
bijvoeder
I do
bijvoedert
you do
bijvoedert
he/she/it does
bijvoederen
we do
bijvoederen
you all do
bijvoederen
they do
Past bijzin tense
bijvoederde
I did
bijvoederde
you did
bijvoederde
he/she/it did
bijvoederden
we did
bijvoederden
you all did
bijvoederden
they did
Future bijzin tense
zal bijvoederen
I will do
zult bijvoederen
you will do
zal bijvoederen
he/she/it will do
zullen bijvoederen
we will do
zullen bijvoederen
you all will do
zullen bijvoederen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijvoederen
I would do
zou bijvoederen
you would do
zou bijvoederen
he/she/it would do
zouden bijvoederen
we would do
zouden bijvoederen
you all would do
zouden bijvoederen
they would do
Subjunctive bijzin mood
bijvoedere
I do
bijvoedere
you do
bijvoedere
he/she/it do
bijvoedere
we do
bijvoedere
you all do
bijvoedere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
voeder bij
do
voedert bij
do

Further details about this page

LOCATION