Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Intapen (to tap) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tape in
tapet in
tapet in
tapen in
tapen in
tapen in
Present perfect tense
heb ingetapet
hebt ingetapet
heeft ingetapet
hebben ingetapet
hebben ingetapet
hebben ingetapet
Past tense
tapete in
tapete in
tapete in
tapeten in
tapeten in
tapeten in
Future tense
zal intapen
zult intapen
zal intapen
zullen intapen
zullen intapen
zullen intapen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou intapen
zou intapen
zou intapen
zouden intapen
zouden intapen
zouden intapen
Subjunctive mood
tape in
tape in
tape in
tape in
tape in
tape in
Past perfect tense
had ingetapet
had ingetapet
had ingetapet
hadden ingetapet
hadden ingetapet
hadden ingetapet
Future perf.
zal ingetapet hebben
zal ingetapet hebben
zal ingetapet hebben
zullen ingetapet hebben
zullen ingetapet hebben
zullen ingetapet hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingetapet hebben
zou ingetapet hebben
zou ingetapet hebben
zouden ingetapet hebben
zouden ingetapet hebben
zouden ingetapet hebben
Present bijzin tense
intape
intapet
intapet
intapen
intapen
intapen
Past bijzin tense
intapete
intapete
intapete
intapeten
intapeten
intapeten
Future bijzin tense
zal intapen
zult intapen
zal intapen
zullen intapen
zullen intapen
zullen intapen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou intapen
zou intapen
zou intapen
zouden intapen
zouden intapen
zouden intapen
Subjunctive bijzin mood
intape
intape
intape
intape
intape
intape
Du
Ihr
Imperative mood
tape in
tapet in

Examples of intapen

Example in DutchTranslation in English
Gewoon insmeren en daarna intapen.Just rub it in and tape your ankle up.
Ik ga 'm intapen en u moet schoenen met harde zolen dragen.- A couple of weeks. I need to tape you up. And you should wear hard-soled shoes.
Ik ga je intapen voor je eigen bescherming.I'm gonna tape you in for your own protection.
Ik kan niet intapen met één hand.Kat? I can't tape with one hand.
Ik moet Robert intapen.I gotta go tape Robert.
- Geef me de zwarte tape in de tas.In the bag. give me a black tape.
-Nu doen we de tape in deze richting...We're gonna skin this boat once with the tape facing out.
Amy, er is tape in de tent.Amy, there's tape in the tent.
Ben je vergeten hoe hij die tape in handen kreeg?Jack was bound and determined, Emily. And do I need to remind you how that tape got into his hands in the first place?
Binnenkort zal de hele wereld leven in vrede en harmonie... en zal mijn eigen huishouden gekenmerkt worden door conflicten... eventueel met een scheidingslijn van tape in de slaapkamer... en 'geluk' iets is dat alleen andere mensen kunnen krijgen.Soon, the entire world will be living in peace and harmony, yet my own household will be marked by conflict, possibly with tape dividing the two sides of the bedroom, meaning "lucky" is something only other people will be getting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aftapen
tap
indopen
dip
inkepen
notch
inkopen
purchase
inlopen
run in
interen
sinter
intomen
curb
intypen
do
inzepen
lather

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inschilderen
paint itself
inspuiten
inject
instormen
do
insturen
do
instuwen
do
intanden
do
integreren
integrate
intensiveren
intensify
interpoleren
internet dating
intrigeren
intrigue

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'tap':

None found.