Inzepen (to lather) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of inzepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zeep in
I lather
zeept in
you lather
zeept in
he/she/it lathers
zepen in
we lather
zepen in
you all lather
zepen in
they lather
Present perfect tense
heb ingezeept
I have lathered
hebt ingezeept
you have lathered
heeft ingezeept
he/she/it has lathered
hebben ingezeept
we have lathered
hebben ingezeept
you all have lathered
hebben ingezeept
they have lathered
Past tense
zeepte in
I lathered
zeepte in
you lathered
zeepte in
he/she/it lathered
zeepten in
we lathered
zeepten in
you all lathered
zeepten in
they lathered
Future tense
zal inzepen
I will lather
zult inzepen
you will lather
zal inzepen
he/she/it will lather
zullen inzepen
we will lather
zullen inzepen
you all will lather
zullen inzepen
they will lather
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inzepen
I would lather
zou inzepen
you would lather
zou inzepen
he/she/it would lather
zouden inzepen
we would lather
zouden inzepen
you all would lather
zouden inzepen
they would lather
Subjunctive mood
zepe in
I lather
zepe in
you lather
zepe in
he/she/it lather
zepe in
we lather
zepe in
you all lather
zepe in
they lather
Past perfect tense
had ingezeept
I had lathered
had ingezeept
you had lathered
had ingezeept
he/she/it had lathered
hadden ingezeept
we had lathered
hadden ingezeept
you all had lathered
hadden ingezeept
they had lathered
Future perf.
zal ingezeept hebben
I will have lathered
zal ingezeept hebben
you will have lathered
zal ingezeept hebben
he/she/it will have lathered
zullen ingezeept hebben
we will have lathered
zullen ingezeept hebben
you all will have lathered
zullen ingezeept hebben
they will have lathered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingezeept hebben
I would have lathered
zou ingezeept hebben
you would have lathered
zou ingezeept hebben
he/she/it would have lathered
zouden ingezeept hebben
we would have lathered
zouden ingezeept hebben
you all would have lathered
zouden ingezeept hebben
they would have lathered
Present bijzin tense
inzeep
I lather
inzeept
you lather
inzeept
he/she/it lathers
inzepen
we lather
inzepen
you all lather
inzepen
they lather
Past bijzin tense
inzeepte
I lathered
inzeepte
you lathered
inzeepte
he/she/it lathered
inzeepten
we lathered
inzeepten
you all lathered
inzeepten
they lathered
Future bijzin tense
zal inzepen
I will lather
zult inzepen
you will lather
zal inzepen
he/she/it will lather
zullen inzepen
we will lather
zullen inzepen
you all will lather
zullen inzepen
they will lather
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inzepen
I would lather
zou inzepen
you would lather
zou inzepen
he/she/it would lather
zouden inzepen
we would lather
zouden inzepen
you all would lather
zouden inzepen
they would lather
Subjunctive bijzin mood
inzepe
I lather
inzepe
you lather
inzepe
he/she/it lather
inzepe
we lather
inzepe
you all lather
inzepe
they lather
Du
Ihr
Imperative mood
zeep in
lather
zeept in
lather

Examples of inzepen

Example in DutchTranslation in English
-Weet je, ik heb altijd deze kleine fantasie over het zitten op een man's schoot, en hem echt goed inzepen, en het er afhalen, alles er afhalen.Oh, yeah? Mmm-hmm. You know, i've always had this little fantasy about sitting in a guy's lap, and lathering him up real good, and taking it off, taking it all off.
Giechelen, kietelen, elkaar inzepen.Giggling, tickling, lathering each other up.
Het is niet 'inzepen', het is...Okay, but it's not "lather up," it's...
Ik ben mezelf aan het inzepen, zie je dat niet ?I'm lathering up, can't you see?
Je zult bepaalde delen inzepen ...So, you'll be lathering up certain parts...
Goed, Ik ben helemaal ingezeept.All righty, I'm all lathered.
Bovendien, zou je overwegen om naar een G.T.B. te kijken, die haar lijf inzeept... die 12 uur wachten waard vinden?Besides, would you consider getting to see B.T.B. lathering up with a loofah worth 12 hours of your time?
Hij is de man voor wie je je inzeept.So go to Jackson. He's the man you lather up for.
Terwijl Rapha worstelt met z'n x, stel ik me voor hoe Rapha senior zich inzeept.As Rapha grapples with his x I imagine Rapha Senior lathering up in the shower

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afzepen
do
indopen
dip
inkepen
notch
inkopen
purchase
inlopen
run in
intapen
tap
intypen
do
inzagen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

internetdaten
internet dating
invliegen
do
inwateren
water in
inwisselen
exchange
inzagen
do
inzenden
send in
inzetten
do
inzweren
do
jammen
do
jassen
peel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'lather':

None found.
Learning languages?