Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Inzepen (to lather) conjugation

Dutch
9 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zeep in
zeept in
zeept in
zepen in
zepen in
zepen in
Present perfect tense
heb ingezeept
hebt ingezeept
heeft ingezeept
hebben ingezeept
hebben ingezeept
hebben ingezeept
Past tense
zeepte in
zeepte in
zeepte in
zeepten in
zeepten in
zeepten in
Future tense
zal inzepen
zult inzepen
zal inzepen
zullen inzepen
zullen inzepen
zullen inzepen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inzepen
zou inzepen
zou inzepen
zouden inzepen
zouden inzepen
zouden inzepen
Subjunctive mood
zepe in
zepe in
zepe in
zepe in
zepe in
zepe in
Past perfect tense
had ingezeept
had ingezeept
had ingezeept
hadden ingezeept
hadden ingezeept
hadden ingezeept
Future perf.
zal ingezeept hebben
zal ingezeept hebben
zal ingezeept hebben
zullen ingezeept hebben
zullen ingezeept hebben
zullen ingezeept hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingezeept hebben
zou ingezeept hebben
zou ingezeept hebben
zouden ingezeept hebben
zouden ingezeept hebben
zouden ingezeept hebben
Present bijzin tense
inzeep
inzeept
inzeept
inzepen
inzepen
inzepen
Past bijzin tense
inzeepte
inzeepte
inzeepte
inzeepten
inzeepten
inzeepten
Future bijzin tense
zal inzepen
zult inzepen
zal inzepen
zullen inzepen
zullen inzepen
zullen inzepen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inzepen
zou inzepen
zou inzepen
zouden inzepen
zouden inzepen
zouden inzepen
Subjunctive bijzin mood
inzepe
inzepe
inzepe
inzepe
inzepe
inzepe
Du
Ihr
Imperative mood
zeep in
zeept in

Examples of inzepen

Example in DutchTranslation in English
-Weet je, ik heb altijd deze kleine fantasie over het zitten op een man's schoot, en hem echt goed inzepen, en het er afhalen, alles er afhalen.Oh, yeah? Mmm-hmm. You know, i've always had this little fantasy about sitting in a guy's lap, and lathering him up real good, and taking it off, taking it all off.
Giechelen, kietelen, elkaar inzepen.Giggling, tickling, lathering each other up.
Het is niet 'inzepen', het is...Okay, but it's not "lather up," it's...
Ik ben mezelf aan het inzepen, zie je dat niet ?I'm lathering up, can't you see?
Je zult bepaalde delen inzepen ...So, you'll be lathering up certain parts...
Goed, Ik ben helemaal ingezeept.All righty, I'm all lathered.
Bovendien, zou je overwegen om naar een G.T.B. te kijken, die haar lijf inzeept... die 12 uur wachten waard vinden?Besides, would you consider getting to see B.T.B. lathering up with a loofah worth 12 hours of your time?
Hij is de man voor wie je je inzeept.So go to Jackson. He's the man you lather up for.
Terwijl Rapha worstelt met z'n x, stel ik me voor hoe Rapha senior zich inzeept.As Rapha grapples with his x I imagine Rapha Senior lathering up in the shower

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afzepen
do
indopen
dip
inkepen
notch
inkopen
purchase
inlopen
run in
intapen
tap
intypen
do
inzagen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

internetdaten
internet dating
invliegen
do
inwateren
water in
inwisselen
exchange
inzagen
do
inzenden
send in
inzetten
do
inzweren
do
jammen
do
jassen
peel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'lather':

None found.