Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Interen (to sinter) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
teer in
teert in
teert in
teren in
teren in
teren in
Present perfect tense
heb ingeteerd
hebt ingeteerd
heeft ingeteerd
hebben ingeteerd
hebben ingeteerd
hebben ingeteerd
Past tense
teerde in
teerde in
teerde in
teerden in
teerden in
teerden in
Future tense
zal interen
zult interen
zal interen
zullen interen
zullen interen
zullen interen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou interen
zou interen
zou interen
zouden interen
zouden interen
zouden interen
Subjunctive mood
tere in
tere in
tere in
tere in
tere in
tere in
Past perfect tense
had ingeteerd
had ingeteerd
had ingeteerd
hadden ingeteerd
hadden ingeteerd
hadden ingeteerd
Future perf.
zal ingeteerd hebben
zal ingeteerd hebben
zal ingeteerd hebben
zullen ingeteerd hebben
zullen ingeteerd hebben
zullen ingeteerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeteerd hebben
zou ingeteerd hebben
zou ingeteerd hebben
zouden ingeteerd hebben
zouden ingeteerd hebben
zouden ingeteerd hebben
Present bijzin tense
inteer
inteert
inteert
interen
interen
interen
Past bijzin tense
inteerde
inteerde
inteerde
inteerden
inteerden
inteerden
Future bijzin tense
zal interen
zult interen
zal interen
zullen interen
zullen interen
zullen interen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou interen
zou interen
zou interen
zouden interen
zouden interen
zouden interen
Subjunctive bijzin mood
intere
intere
intere
intere
intere
intere
Du
Ihr
Imperative mood
teer in
teert in

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

acteren
act
afteren
do
beteren
mend
boteren
butter
citeren
quote
dateren
date
doteren
dope
enteren
inoculate
etteren
suppurate
fêteren
do
ijveren
strive
imkeren
do
inboren
drill in
inhuren
do
inkeren
do

Similar but longer

intoneren
intone
intueren
do
inviteren
invite
inwateren
water in
pointeren
do
sinteren
sinter
winteren
overwinter

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sinter':

None found.