Bekoren (to charm) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of bekoren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bekoor
I charm
bekoort
you charm
bekoort
he/she/it charms
bekoren
we charm
bekoren
you all charm
bekoren
they charm
Present perfect tense
heb bekoord
I have charmed
hebt bekoord
you have charmed
heeft bekoord
he/she/it has charmed
hebben bekoord
we have charmed
hebben bekoord
you all have charmed
hebben bekoord
they have charmed
Past tense
bekoorde
I charmed
bekoorde
you charmed
bekoorde
he/she/it charmed
bekoorden
we charmed
bekoorden
you all charmed
bekoorden
they charmed
Future tense
zal bekoren
I will charm
zult bekoren
you will charm
zal bekoren
he/she/it will charm
zullen bekoren
we will charm
zullen bekoren
you all will charm
zullen bekoren
they will charm
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bekoren
I would charm
zou bekoren
you would charm
zou bekoren
he/she/it would charm
zouden bekoren
we would charm
zouden bekoren
you all would charm
zouden bekoren
they would charm
Subjunctive mood
bekore
I charm
bekore
you charm
bekore
he/she/it charm
bekore
we charm
bekore
you all charm
bekore
they charm
Past perfect tense
had bekoord
I had charmed
had bekoord
you had charmed
had bekoord
he/she/it had charmed
hadden bekoord
we had charmed
hadden bekoord
you all had charmed
hadden bekoord
they had charmed
Future perf.
zal bekoord hebben
I will have charmed
zal bekoord hebben
you will have charmed
zal bekoord hebben
he/she/it will have charmed
zullen bekoord hebben
we will have charmed
zullen bekoord hebben
you all will have charmed
zullen bekoord hebben
they will have charmed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bekoord hebben
I would have charmed
zou bekoord hebben
you would have charmed
zou bekoord hebben
he/she/it would have charmed
zouden bekoord hebben
we would have charmed
zouden bekoord hebben
you all would have charmed
zouden bekoord hebben
they would have charmed
Du
Ihr
Imperative mood
bekoor
charm
bekoort
charm

Examples of bekoren

Example in DutchTranslation in English
- Je weet me altijd te bekoren.- and you're the closest thing too it. - You always could charm me.
Als jij haar niet kan bekoren, kan niemand het.If you can't charm her, no-one can.
Brad vindt het leuk om mensen te bekoren.- End quote. - Duh. Brad likes to be charming.
Ik denk Marguerite dat je ze moet bekoren.I guess Marguerite you just have to charm them.
Ja, wacht. Patricia probeert hem te bekoren.Patricia will be charming and butter him up.
"Doe dat wat je bekoort, waardoor je kunt zeggen: 'Ja, dit is m'n ware ik. "'"Just to do that thing that would charm you, that would make you say 'It's the real me."'
"Mij bekoort je mooie gestalte."I'm charmed by thy beauty, dear boy!
Ik weet niet of je me bekoort of dat ik bang voor je moet zijn.You? I don't know whether to be charmed or terrified.
Nou, bekoord, vast en zeker.Ah, well, charmed, I'm sure.
Omdat hij er knap en aantrekkelijk uitziet, en omdat hij jou heeft bekoord?Because he's good-looking and charming and because he's charmed you?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bedaren
calm
begeren
desire
beharen
do
beheren
manage
behoren
belong
beieren
do
bekaden
do
bekamen
do
bekanen
do
bekeren
convert
bekomen
cook up
bekopen
intrigue
beleren
school
bemuren
do
beteren
mend

Similar but longer

bekorsten
do
bekorten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'charm':

None found.
Learning languages?