Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bekopen (to intrigue) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bekoop
bekoopt
bekoopt
bekopen
bekopen
bekopen
Present perfect tense
heb bekocht
hebt bekocht
heeft bekocht
hebben bekocht
hebben bekocht
hebben bekocht
Past tense
bekocht
bekocht
bekocht
bekochten
bekochten
bekochten
Future tense
zal bekopen
zult bekopen
zal bekopen
zullen bekopen
zullen bekopen
zullen bekopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bekopen
zou bekopen
zou bekopen
zouden bekopen
zouden bekopen
zouden bekopen
Subjunctive mood
bekope
bekope
bekope
bekope
bekope
bekope
Past perfect tense
had bekocht
had bekocht
had bekocht
hadden bekocht
hadden bekocht
hadden bekocht
Future perf.
zal bekocht hebben
zal bekocht hebben
zal bekocht hebben
zullen bekocht hebben
zullen bekocht hebben
zullen bekocht hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bekocht hebben
zou bekocht hebben
zou bekocht hebben
zouden bekocht hebben
zouden bekocht hebben
zouden bekocht hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bekoop
bekoopt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkopen
commute
begapen
do
bekaden
do
bekamen
do
bekanen
do
bekeren
convert
bekomen
cook up
bekoren
charm
belopen
do
berapen
do
inkopen
purchase
omkopen
bribe
opkopen
buy up

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

beginnen
start
beheksen
bewitch
beklauteren
do
beklinken
close
bekonkelen
intrigue
bekoren
charm
beladen
burden
beleven
school
believen
please
bellen
ring

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'intrigue':

None found.