Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Plukken (to pick) conjugation

Dutch
32 examples

Conjugation of plukken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pluk
I pick
plukt
you pick
plukt
he/she/it picks
plukken
we pick
plukken
you all pick
plukken
they pick
Present perfect tense
heb geplukt
I have picked
hebt geplukt
you have picked
heeft geplukt
he/she/it has picked
hebben geplukt
we have picked
hebben geplukt
you all have picked
hebben geplukt
they have picked
Past tense
plukte
I picked
plukte
you picked
plukte
he/she/it picked
plukten
we picked
plukten
you all picked
plukten
they picked
Future tense
zal plukken
I will pick
zult plukken
you will pick
zal plukken
he/she/it will pick
zullen plukken
we will pick
zullen plukken
you all will pick
zullen plukken
they will pick
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou plukken
I would pick
zou plukken
you would pick
zou plukken
he/she/it would pick
zouden plukken
we would pick
zouden plukken
you all would pick
zouden plukken
they would pick
Subjunctive mood
plukke
I pick
plukke
you pick
plukke
he/she/it pick
plukke
we pick
plukke
you all pick
plukke
they pick
Past perfect tense
had geplukt
I had picked
had geplukt
you had picked
had geplukt
he/she/it had picked
hadden geplukt
we had picked
hadden geplukt
you all had picked
hadden geplukt
they had picked
Future perf.
zal geplukt hebben
I will have picked
zal geplukt hebben
you will have picked
zal geplukt hebben
he/she/it will have picked
zullen geplukt hebben
we will have picked
zullen geplukt hebben
you all will have picked
zullen geplukt hebben
they will have picked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geplukt hebben
I would have picked
zou geplukt hebben
you would have picked
zou geplukt hebben
he/she/it would have picked
zouden geplukt hebben
we would have picked
zouden geplukt hebben
you all would have picked
zouden geplukt hebben
they would have picked
Du
Ihr
Imperative mood
pluk
pick
plukt
pick

Examples of plukken

Example in DutchTranslation in English
- Ben ik hier om bloemen te plukken?Bring me out here to pick flowers?
- Blijf plukken.Keep picking.
- Bloemen plukken, dan maken we ons eigen luchtje.- Wildflower picking so we can make our own cologne.
- Echt niet bloemen plukken.- We haven't been pickin' daisies.
- En Skinnarland op radiowerkzaamheden. De rest van de groep die u zelf plukken.The rest of the group you pick yourself.
- Ik pluk er niet aan.Face. I'm not picking at it.
- Ik pluk pluisjes uit mijn navel.I'm picking lint out of my belly button.
- Ik... pluk geen appels.I don't pick apples.
- Nee, ik pluk bloemen.No, picking flowers.
- Nee, ik pluk hem niet kaal.- No, I did not pick him bald.
- Eenvoudig. Je bukt en plukt.You bend over and pick 'em.
- Het lijkt erop dat hij bloemen plukt.It appears he's picking flowers.
- Ze plukt aardbeien.Bend down and pick it. Good girl. See?
Allemaal schattige spuitgastjes bij elkaar en je plukt er een uit.You've got a whole protest March full of lovely little firemen, and you can just pick one off.
Als je de rozemarijn plukt, kan je dan even zo doen ?Next time, when you pick the rosemary, could you really roll it in your hand?
- En jij bent Scott, uit Delta getrapt... en om een vage reden door Eleanor Grant van de vuilnisbelt geplukt.And you are Scott, kicked out of Delta and for some reason picked off the scrap heap by Eleanor Grant.
- Eén voor één zelf geplukt.- I picked them myself.
- Ik heb alle dooie bloemen geplukt.They never looked so good. I picked off all the dead ones, like you like them.
- Ik heb gisteren al bessen geplukt.But l picked berries yesterday.
- Ik heb ze zelf geplukt.- I picked them.
'Uit de Boom des Levens, plukte ik 'n pruim'?Out of the tree of life, I just picked me a plum.
- Hij plukte mijn bessen.He picked my berries.
Al plukte hij 'n rozijn uit 't oog van Sammy Davis. Ik heb liever perziken.I don't care if he picked a raisin... out of Sammy Davis' eye socket, I prefer peaches.
Als Peter Piper een kusje plukte van ingemaakte pepers, waar is het kusje van ingemaakte pepers die Peter Piper plukte?If Peter Piper picked a peck of pickled peppers, where's the peck of pickled peppers Peter Piper picked?
Dat zag ik toen ik de bloem plukte.I saw it that day that I picked the flower.
De allerarmsten van Chantilly plukten die bloemen voor enkele centen... om de Koning te behagen. En die centen waren op krediet.The poorest of the poor picked those flowers, just for a few sous, to make the trees pretty for his Majesty and those sous were on credit.
Geen van beide zijden eisten het land op. Als kind plukten we beiden het fruit.Neither side claimed the land, so as children, we both picked the fruit.
Hij wist van die keer dat Lafe en ik samen katoen plukten.He knew the first time me and Lafe picked on down the row.
Toen we bosbessen plukten waren ze aan een struik.Last time we picked blueberries they were on a bush.
We plukten ze toen we naar het platteland gingen.We picked them when we went to the countryside.
Bloemen plukkend.Flower-picking...
Ik neem aan dat ik uit de baarmoeder kom al zingend en plukkend en spelend en het hele zootje.I reckon I come out the womb singing and picking and playing and all that mess.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

drukken
contrary
krukken
do
plakken
paste
plekken
do
pluggen
plug
pluimen
plume
pluizen
pick
plussen
do
prakken
do
prikken
pierce
smukken
gild

Similar but longer

afplukken
pluck

Random

piketten
do
pitchen
pitch
platlopen
flat walk
platvoeten
flat feet
plempen
lay out
plensregenen
do
ploegen
plough
plompen
plump
plukharen
tussle
plunderen
pick

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pick':

None found.