Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Platlopen (to flat walk) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
loop plat
loopt plat
loopt plat
lopen plat
lopen plat
lopen plat
Present perfect tense
heb platgelopen
hebt platgelopen
heeft platgelopen
hebben platgelopen
hebben platgelopen
hebben platgelopen
Past tense
liep plat
liep plat
liep plat
liepen plat
liepen plat
liepen plat
Future tense
zal platlopen
zult platlopen
zal platlopen
zullen platlopen
zullen platlopen
zullen platlopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou platlopen
zou platlopen
zou platlopen
zouden platlopen
zouden platlopen
zouden platlopen
Subjunctive mood
lope plat
lope plat
lope plat
lope plat
lope plat
lope plat
Past perfect tense
had platgelopen
had platgelopen
had platgelopen
hadden platgelopen
hadden platgelopen
hadden platgelopen
Future perf.
zal platgelopen hebben
zal platgelopen hebben
zal platgelopen hebben
zullen platgelopen hebben
zullen platgelopen hebben
zullen platgelopen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou platgelopen hebben
zou platgelopen hebben
zou platgelopen hebben
zouden platgelopen hebben
zouden platgelopen hebben
zouden platgelopen hebben
Present bijzin tense
platloop
platloopt
platloopt
platlopen
platlopen
platlopen
Past bijzin tense
platliep
platliep
platliep
platliepen
platliepen
platliepen
Future bijzin tense
zal platlopen
zult platlopen
zal platlopen
zullen platlopen
zullen platlopen
zullen platlopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou platlopen
zou platlopen
zou platlopen
zouden platlopen
zouden platlopen
zouden platlopen
Subjunctive bijzin mood
platlope
platlope
platlope
platlope
platlope
platlope
Du
Ihr
Imperative mood
loop plat
loopt plat

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

pedicuren
do
petrificeren
do
plaatsmaken
make way
plamuren
fill
planteren
plant
platleggen
shut down
platliggen
lay flat
platmaken
flatten
plattreden
flat stairs
ploffen
plop

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'flat walk':

None found.