Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opklaren (to clear) conjugation

Dutch
29 examples

Conjugation of opklaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klaar op
I clear
klaart op
you clear
klaart op
he/she/it clears
klaren op
we clear
klaren op
you all clear
klaren op
they clear
Present perfect tense
heb opgeklaard
I have cleared
hebt opgeklaard
you have cleared
heeft opgeklaard
he/she/it has cleared
hebben opgeklaard
we have cleared
hebben opgeklaard
you all have cleared
hebben opgeklaard
they have cleared
Past tense
klaarde op
I cleared
klaarde op
you cleared
klaarde op
he/she/it cleared
klaarden op
we cleared
klaarden op
you all cleared
klaarden op
they cleared
Future tense
zal opklaren
I will clear
zult opklaren
you will clear
zal opklaren
he/she/it will clear
zullen opklaren
we will clear
zullen opklaren
you all will clear
zullen opklaren
they will clear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opklaren
I would clear
zou opklaren
you would clear
zou opklaren
he/she/it would clear
zouden opklaren
we would clear
zouden opklaren
you all would clear
zouden opklaren
they would clear
Subjunctive mood
klare op
I clear
klare op
you clear
klare op
he/she/it clear
klare op
we clear
klare op
you all clear
klare op
they clear
Past perfect tense
had opgeklaard
I had cleared
had opgeklaard
you had cleared
had opgeklaard
he/she/it had cleared
hadden opgeklaard
we had cleared
hadden opgeklaard
you all had cleared
hadden opgeklaard
they had cleared
Future perf.
zal opgeklaard hebben
I will have cleared
zal opgeklaard hebben
you will have cleared
zal opgeklaard hebben
he/she/it will have cleared
zullen opgeklaard hebben
we will have cleared
zullen opgeklaard hebben
you all will have cleared
zullen opgeklaard hebben
they will have cleared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeklaard hebben
I would have cleared
zou opgeklaard hebben
you would have cleared
zou opgeklaard hebben
he/she/it would have cleared
zouden opgeklaard hebben
we would have cleared
zouden opgeklaard hebben
you all would have cleared
zouden opgeklaard hebben
they would have cleared
Present bijzin tense
opklaar
I clear
opklaart
you clear
opklaart
he/she/it clears
opklaren
we clear
opklaren
you all clear
opklaren
they clear
Past bijzin tense
opklaarde
I cleared
opklaarde
you cleared
opklaarde
he/she/it cleared
opklaarden
we cleared
opklaarden
you all cleared
opklaarden
they cleared
Future bijzin tense
zal opklaren
I will clear
zult opklaren
you will clear
zal opklaren
he/she/it will clear
zullen opklaren
we will clear
zullen opklaren
you all will clear
zullen opklaren
they will clear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opklaren
I would clear
zou opklaren
you would clear
zou opklaren
he/she/it would clear
zouden opklaren
we would clear
zouden opklaren
you all would clear
zouden opklaren
they would clear
Subjunctive bijzin mood
opklare
I clear
opklare
you clear
opklare
he/she/it clear
opklare
we clear
opklare
you all clear
opklare
they clear
Du
Ihr
Imperative mood
klaar op
clear
klaart op
clear

Examples of opklaren

Example in DutchTranslation in English
- 700 meter zicht, maar het zou opklaren.It should clear up.
- Misschien kunnen we wat opklaren.Let's see if we can clear up some of those cobwebs.
- Nee, ik hoorde dat het zou opklaren.No, I heard, it's gonna clear up.
-Het moet zo gaan opklaren.-Supposed to clear in a couple hours.
Aangezien jij niet door de wolk van verdenkingen rondom Damian kan kijken, ga ik de lucht laten opklaren.Since you can't see through the cloud of suspicion surrounding Damian, I'm gonna clear the air.
Casey, Dawson, zijn jullie klaar op het dak?Casey, Dawson, are you clear on the roof?
Dat is hier alles klaar op de Noord Pool.That's an all-clear from the North Pole.
- Het klaart op.- It's going to clear up.
Bericht alle colonnes, het weer klaart op.Notify all columns, weather clearing.
De lucht klaart op en de zon breekt door.Sky's starting to clear now, the sun pushing its way through.
De lucht klaart op.The sky is clearing.
Als alles lukt, zal dit allemaal opgeklaard worden.When it all comes down, all of this will get cleared up.
Als ik het begrijp, je hebt alles met Hank opgeklaard, en hij denkt nog steeds dat ik een cokeverslaafde ben?So, just so I understand, you cleared everything up with Hank, and he still thinks I'm a coke addict?
Blij dat we dat opgeklaard hebben.Excellent. Glad we cleared that up.
Blij dat we, dat hebben opgeklaard.Ohh. Glad we, uh, cleared that up.
Het gekke weer is opgeklaard, om welke reden dan ook.The crazy weather cleared up, too, for whatever reason.
De lucht klaarde op.The thickness in the air cleared.
Het weer in de Alpen klaarde op en daardoor is hij eerder vertrokken.The weather cleared in the Alps, and he left early.
Laat mij mezelf opklaar maken- verlies ik niet!Let me make myself clear... - I'm not losing.
- Als het opklaart.Will when the weather clears.
- Vanavond, als het nog opklaart.Tonight if it clears.
Als het niet opklaart kun je Gloria bellen.If it doesn't clear, you can call Gloria.
Als het opklaart, beginnen de ganzen aan de laatste etappe... naar hun broedgronden in het poolgebied. Ze hebben er 5000 kilometer voor afgelegd om hier te komen.As the weather clears, the geese make the final short hop onwards to their Arctic breeding grounds.
Als je iets voor me wilt doen, als het opklaart... misschien kun je dan m'n overhemden halen bij de stomerij.If you want to do something for me, if it clears, maybe you can swing by the dry cleaners and pick up my shirts.
- En wanneer die rare glanz opklaarde, de simulator was-...and when that weird glow cleared, the simulator was...
Nadat de koepel opklaarde, heeft Hunter contact met hen gekregen en na onderhandelen, hebben zij dit door het meer gestuurd.After the dome cleared, Hunter reestablished contact with them, and then I negotiated, and they, uh, sent this up to the lake.
Ongelooflijk hoe het zo plots opklaarde.Incredible, how it cleared up so suddenly
Ik had geen zin om te wachten tot je genitaliën opklaarden.I didn't feel like waiting until your genitals cleared up.
Bewolkt, in de middag opklarend.Cloudy, clearing in the late afternoon.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afklaren
do
inklaren
clear
opkleden
dress up
opsparen
hoard

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'clear':

None found.