Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

opleveren

to revive

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of opleveren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lever op
I revive
levert op
you revive
levert op
he/she/it revives
leveren op
we revive
leveren op
you all revive
leveren op
they revive
Present perfect tense
heb opgeleverd
I have revived
hebt opgeleverd
you have revived
heeft opgeleverd
he/she/it has revived
hebben opgeleverd
we have revived
hebben opgeleverd
you all have revived
hebben opgeleverd
they have revived
Past tense
leverde op
I revived
leverde op
you revived
leverde op
he/she/it revived
leverden op
we revived
leverden op
you all revived
leverden op
they revived
Future tense
zal opleveren
I will revive
zult opleveren
you will revive
zal opleveren
he/she/it will revive
zullen opleveren
we will revive
zullen opleveren
you all will revive
zullen opleveren
they will revive
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opleveren
I would revive
zou opleveren
you would revive
zou opleveren
he/she/it would revive
zouden opleveren
we would revive
zouden opleveren
you all would revive
zouden opleveren
they would revive
Subjunctive mood
levere op
I revive
levere op
you revive
levere op
he/she/it revive
levere op
we revive
levere op
you all revive
levere op
they revive
Past perfect tense
had opgeleverd
I had revived
had opgeleverd
you had revived
had opgeleverd
he/she/it had revived
hadden opgeleverd
we had revived
hadden opgeleverd
you all had revived
hadden opgeleverd
they had revived
Future perf.
zal opgeleverd hebben
I will have revived
zal opgeleverd hebben
you will have revived
zal opgeleverd hebben
he/she/it will have revived
zullen opgeleverd hebben
we will have revived
zullen opgeleverd hebben
you all will have revived
zullen opgeleverd hebben
they will have revived
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeleverd hebben
I would have revived
zou opgeleverd hebben
you would have revived
zou opgeleverd hebben
he/she/it would have revived
zouden opgeleverd hebben
we would have revived
zouden opgeleverd hebben
you all would have revived
zouden opgeleverd hebben
they would have revived
Present bijzin tense
oplever
I revive
oplevert
you revive
oplevert
he/she/it revives
opleveren
we revive
opleveren
you all revive
opleveren
they revive
Past bijzin tense
opleverde
I revived
opleverde
you revived
opleverde
he/she/it revived
opleverden
we revived
opleverden
you all revived
opleverden
they revived
Future bijzin tense
zal opleveren
I will revive
zult opleveren
you will revive
zal opleveren
he/she/it will revive
zullen opleveren
we will revive
zullen opleveren
you all will revive
zullen opleveren
they will revive
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opleveren
I would revive
zou opleveren
you would revive
zou opleveren
he/she/it would revive
zouden opleveren
we would revive
zouden opleveren
you all would revive
zouden opleveren
they would revive
Subjunctive bijzin mood
oplevere
I revive
oplevere
you revive
oplevere
he/she/it revive
oplevere
we revive
oplevere
you all revive
oplevere
they revive
Du
Ihr
Imperative mood
lever op
revive
levert op
revive

Further details about this page

LOCATION