Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Oplopen (to walk up) conjugation

Dutch
21 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
loop op
loopt op
loopt op
lopen op
lopen op
lopen op
Present perfect tense
heb opgelopen
hebt opgelopen
heeft opgelopen
hebben opgelopen
hebben opgelopen
hebben opgelopen
Past tense
liep op
liep op
liep op
liepen op
liepen op
liepen op
Future tense
zal oplopen
zult oplopen
zal oplopen
zullen oplopen
zullen oplopen
zullen oplopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou oplopen
zou oplopen
zou oplopen
zouden oplopen
zouden oplopen
zouden oplopen
Subjunctive mood
lope op
lope op
lope op
lope op
lope op
lope op
Past perfect tense
had opgelopen
had opgelopen
had opgelopen
hadden opgelopen
hadden opgelopen
hadden opgelopen
Future perf.
zal opgelopen hebben
zal opgelopen hebben
zal opgelopen hebben
zullen opgelopen hebben
zullen opgelopen hebben
zullen opgelopen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgelopen hebben
zou opgelopen hebben
zou opgelopen hebben
zouden opgelopen hebben
zouden opgelopen hebben
zouden opgelopen hebben
Present bijzin tense
oploop
oploopt
oploopt
oplopen
oplopen
oplopen
Past bijzin tense
opliep
opliep
opliep
opliepen
opliepen
opliepen
Future bijzin tense
zal oplopen
zult oplopen
zal oplopen
zullen oplopen
zullen oplopen
zullen oplopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou oplopen
zou oplopen
zou oplopen
zouden oplopen
zouden oplopen
zouden oplopen
Subjunctive bijzin mood
oplope
oplope
oplope
oplope
oplope
oplope
Du
Ihr
Imperative mood
loop op
loopt op

Examples of oplopen

Example in DutchTranslation in English
Ik zag hem de loopplank oplopen.I saw him walk up the gangplank.
Over enkele minuten, als alles volgens plan gaat, zal Windmark die trappen oplopen, en die fontein passeren.In a few minutes, if everything goes according to plan, Windmark will walk up those steps and pass that fountain.
Sorry, mijn vaders telefoon is boven... en het duurt nog een paar weken voordat ik de trap kan oplopen.I'm sorry. My Dad's phone is upstairs, and it's gonna be a few more weeks before I can walk upstairs to answer it.
Toen stuurde ik jullie naar hier, plaatste een 'buiten werking' bord... op de perfect functionerende lift, liet jullie 31 trappen oplopen en twee keer overgeven.Then I sent you all here, placed an out-of-order sign on the perfectly functional elevator, made you all walk up 31 flights of stairs and vomit twice.
Waarom zou iemand 14 traptreden oplopen?! Why would anyone walk up 14 flights of stairs?
Goed, ik loop op haar af.I'll just walk up and... Yeah, don't bring a knife.
Ik loop op 'm af en ik zeg: Ik neem de baan, Mr Thurman als u alle oorspronkelijke leden van Duran Duran kunt noemen.I walk up to him and I say, "I will take the job, Mr. Thurman if you can name all the original members of Duran Duran."
Je loopt op de koe af.Then you walk up to the cow.
Je loopt op de mooiste meid af en vraagt of ze niet dikker is geworden.You walk up to the most beautiful babe, and ask her if she has put on weight.
Onze acteurs lopen op 'm af en zeggen hun deel.Our actors walk up to him and say their lines.
je kan je geld verdoen gelijk hoe je wil ik betaalde net 50 verliezers dollars om te lopen op de roltrap elke dagyou can spend the money any way you want. I just paid some loser 50 bucks to walk up the down escalator all day.
Ik denk dat de moordenaar de oprit is opgelopen tot hij Kelly's auto vond en hem daar opwachtte.I think the killer walked up the ramp till he found Kelly's car and waited for him. - Why Alan Garner?
Mijn auto raakte oververhit. Dus ik ben de berg opgelopen.My car overheated, so I walked up the hill.
- Hij liep op ze af en blies zich op.He walked up to them and detonated. - We know this?
- Wat was er? Een gestoorde vrouw liep op straat op hem af en bedreigde hem.Some crazy woman walked up to him on the street and threatened him.
Christus liep op water.Christ walked upon the water.
De eigenaar liep op Willie af, gaf hem $300 zei:The owner walked up to Willie, gave him $300 and says:
Een vrouw liep op Justin af en begon tegen hem te schreeuwenA woman walked up to Justin outside and started yelling at him.
Ik weet hoe ik een trap oploop.I know how to walk up the stairs.
Toch was het al in 1971... dat ons gezinnetje de trappen opliep.Yet it was right back in the summer of 1971 when my little family walked up the steps.
Toen als u dit dak opliep was ik al aan het bedenken hoe u uit te schakelenSoon as you walked up onto this roof, I was already figuring out how to take you out.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aflopen
end
belopen
do
inlopen
run in
nalopen
retrace
omdopen
rename
omkopen
bribe
omlopen
bypass
ophopen
pile up
opkopen
buy up
opladen
load
oplaten
do
opleven
revive
oplezen
read
oprapen
pick up

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opflikkeren
flare up
opiniëren
form opinions
opjagen
chase
opklinken
resound
oplepelen
peddle
oploeven
head up
oplossen
dissolve
oppiepen
do
opponeren
oppose
oprijzen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'walk up':

None found.