Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

opsparen

to hoard

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of opsparen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spaar op
I hoard
spaart op
you hoard
spaart op
he/she/it hoards
sparen op
we hoard
sparen op
you all hoard
sparen op
they hoard
Present perfect tense
heb opgespaard
I have hoarded
hebt opgespaard
you have hoarded
heeft opgespaard
he/she/it has hoarded
hebben opgespaard
we have hoarded
hebben opgespaard
you all have hoarded
hebben opgespaard
they have hoarded
Past tense
spaarde op
I hoarded
spaarde op
you hoarded
spaarde op
he/she/it hoarded
spaarden op
we hoarded
spaarden op
you all hoarded
spaarden op
they hoarded
Future tense
zal opsparen
I will hoard
zult opsparen
you will hoard
zal opsparen
he/she/it will hoard
zullen opsparen
we will hoard
zullen opsparen
you all will hoard
zullen opsparen
they will hoard
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opsparen
I would hoard
zou opsparen
you would hoard
zou opsparen
he/she/it would hoard
zouden opsparen
we would hoard
zouden opsparen
you all would hoard
zouden opsparen
they would hoard
Subjunctive mood
spare op
I hoard
spare op
you hoard
spare op
he/she/it hoard
spare op
we hoard
spare op
you all hoard
spare op
they hoard
Past perfect tense
had opgespaard
I had hoarded
had opgespaard
you had hoarded
had opgespaard
he/she/it had hoarded
hadden opgespaard
we had hoarded
hadden opgespaard
you all had hoarded
hadden opgespaard
they had hoarded
Future perf.
zal opgespaard hebben
I will have hoarded
zal opgespaard hebben
you will have hoarded
zal opgespaard hebben
he/she/it will have hoarded
zullen opgespaard hebben
we will have hoarded
zullen opgespaard hebben
you all will have hoarded
zullen opgespaard hebben
they will have hoarded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgespaard hebben
I would have hoarded
zou opgespaard hebben
you would have hoarded
zou opgespaard hebben
he/she/it would have hoarded
zouden opgespaard hebben
we would have hoarded
zouden opgespaard hebben
you all would have hoarded
zouden opgespaard hebben
they would have hoarded
Present bijzin tense
opspaar
I hoard
opspaart
you hoard
opspaart
he/she/it hoards
opsparen
we hoard
opsparen
you all hoard
opsparen
they hoard
Past bijzin tense
opspaarde
I hoarded
opspaarde
you hoarded
opspaarde
he/she/it hoarded
opspaarden
we hoarded
opspaarden
you all hoarded
opspaarden
they hoarded
Future bijzin tense
zal opsparen
I will hoard
zult opsparen
you will hoard
zal opsparen
he/she/it will hoard
zullen opsparen
we will hoard
zullen opsparen
you all will hoard
zullen opsparen
they will hoard
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opsparen
I would hoard
zou opsparen
you would hoard
zou opsparen
he/she/it would hoard
zouden opsparen
we would hoard
zouden opsparen
you all would hoard
zouden opsparen
they would hoard
Subjunctive bijzin mood
opspare
I hoard
opspare
you hoard
opspare
he/she/it hoard
opspare
we hoard
opspare
you all hoard
opspare
they hoard
Du
Ihr
Imperative mood
spaar op
hoard
spaart op
hoard

Examples of opsparen

Je bent dus al de hele tijd je salaris aan het opsparen... terwijl je het fortuin van de familie verkwist?

All this time, you've been hoarding your salary while feasting away on the family fortune?

Je kan ze niet opsparen, je geeft ze uit.

You can't hoard them, you gotta keep them moving.

Twee vierkante km waar de helft van alle rijkdommen van een continent... opgespaard door een handvol zeer hebberige mensen. Zelfs nu nog.

One square mile where half the wealth of a continent is being hoarded by a handful of very greedy men... even now.