Afleiden (to distract) conjugation

Dutch
45 examples

Conjugation of afleiden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
leid af
I distract
leidt af
you distract
leidt af
he/she/it distracts
leiden af
we distract
leiden af
you all distract
leiden af
they distract
Present perfect tense
heb afgeleid
I have distracted
hebt afgeleid
you have distracted
heeft afgeleid
he/she/it has distracted
hebben afgeleid
we have distracted
hebben afgeleid
you all have distracted
hebben afgeleid
they have distracted
Past tense
leidde af
I distracted
leidde af
you distracted
leidde af
he/she/it distracted
leidden af
we distracted
leidden af
you all distracted
leidden af
they distracted
Future tense
zal afleiden
I will distract
zult afleiden
you will distract
zal afleiden
he/she/it will distract
zullen afleiden
we will distract
zullen afleiden
you all will distract
zullen afleiden
they will distract
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afleiden
I would distract
zou afleiden
you would distract
zou afleiden
he/she/it would distract
zouden afleiden
we would distract
zouden afleiden
you all would distract
zouden afleiden
they would distract
Subjunctive mood
leide af
I distract
leide af
you distract
leide af
he/she/it distract
leide af
we distract
leide af
you all distract
leide af
they distract
Past perfect tense
had afgeleid
I had distracted
had afgeleid
you had distracted
had afgeleid
he/she/it had distracted
hadden afgeleid
we had distracted
hadden afgeleid
you all had distracted
hadden afgeleid
they had distracted
Future perf.
zal afgeleid hebben
I will have distracted
zal afgeleid hebben
you will have distracted
zal afgeleid hebben
he/she/it will have distracted
zullen afgeleid hebben
we will have distracted
zullen afgeleid hebben
you all will have distracted
zullen afgeleid hebben
they will have distracted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeleid hebben
I would have distracted
zou afgeleid hebben
you would have distracted
zou afgeleid hebben
he/she/it would have distracted
zouden afgeleid hebben
we would have distracted
zouden afgeleid hebben
you all would have distracted
zouden afgeleid hebben
they would have distracted
Present bijzin tense
afleid
I distract
afleidt
you distract
afleidt
he/she/it distracts
afleiden
we distract
afleiden
you all distract
afleiden
they distract
Past bijzin tense
afleidde
I distracted
afleidde
you distracted
afleidde
he/she/it distracted
afleidden
we distracted
afleidden
you all distracted
afleidden
they distracted
Future bijzin tense
zal afleiden
I will distract
zult afleiden
you will distract
zal afleiden
he/she/it will distract
zullen afleiden
we will distract
zullen afleiden
you all will distract
zullen afleiden
they will distract
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afleiden
I would distract
zou afleiden
you would distract
zou afleiden
he/she/it would distract
zouden afleiden
we would distract
zouden afleiden
you all would distract
zouden afleiden
they would distract
Subjunctive bijzin mood
afleide
I distract
afleide
you distract
afleide
he/she/it distract
afleide
we distract
afleide
you all distract
afleide
they distract
Du
Ihr
Imperative mood
leid af
distract
leidt af
distract

Examples of afleiden

Example in DutchTranslation in English
- Bonin O'Brien... gaat de verkoopster afleiden terwijl wij de lelijke jurken verstoppen.Bonin' O'Brien here... is gonna distract the sales lady while we hide the ugly dresses.
- Dan moet je haar maar even afleiden.Then you'll just have to distract her while I nab the pooch and make with the gore.
- En ons afleiden.- And keeps us distracted.
- Gelukkig kan ik me afleiden met werk, zoals met dit onderzoek, wat makkelijker zou gaan als je je ontspant en niet probeert om me te troostten, mevrouw Newberg.Luckily, I can distract myself with work, like this exam, which would be a lot easier if you would just relax and stop trying to console me, Ms. Newberg.
- Hiermee kan ik de hond wel afleiden.Maybe I can use that to distract the dog
Dat leid af.So distracting.
Ga, leid af, leid af.Go, distract, distract.
Ik leid af en met een demonstratie van kracht en liefde... slaag je in op de kerel, je dame onder de indruk brengen en dan... geef je me de sleutels van je busje en alles is in orde, goed?I'll distract, and in a great act of machismo and devotion, you'll bash the guy and rescue your lady and then you'll give me the keys to your van. Everything will be okay, okay? Okay.
Ik leid af.I get it, I'm a distraction.
Sam, we weten allemaal dat je geen tweelingbroer hebt. Het leid af.Sam, we all know you don't have a twin brother, and frankly, it's distracting.
- Al dat geklets leidt af.There's too much chatter. It's distracting.
- Oké. Het leidt af.It's distracting.
- U leidt af.You're distracting, not just me but everyone.
1 persoon leidt af terwijl de andere zich toegang verstrekt.One person distracts while the other gains access.
Angst leidt af bij 't bereiken van je doel.ls that so? Fear distracts people from accomplishing their goals.
Mobieltjes leiden af.Cell phones are a distraction.
Ogen leiden af.- Eyes are distracting.
Ze leiden af en zo maak je fouten.They're a distraction.
Ze mogen doen wat ze willen, maar ze leiden af van de staking.I don't care about what they do, but it's a distraction. It's distracting people from the strike.
"Ik snuffelde in mijn archieven en raakte afgeleid.""I was just browsing through the archives, and I got distracted?"
'Het ogenblik om te steken 'was toen de veerboot in ruw water terechtkwam, 'Een enkele por toen je wist dat iedereen zou afgeleid zijn om zich vast te houden ' toen de boot schudde.'The time to strike 'was when the ferry hit rough water as it rounded the point, 'a single strike when you knew everyone would be distracted by having to hold on' as the boat rolled.
- Alex. Gemakkelijk afgeleid door irrelevante prikkelingen."easily distracted by irrelevant stimuli."
- Alicia is afgeleid.- Alicia's been distracted.
- Blair is vanzelf afgeleid.Blair will get distracted eventually.
"Als jij hem afleid ren ik naar het hek.""You go and distract him and I'II make a run for the fence."
'Wat als ik hem afleid met het tijdschrift, dekking zoek, trek en vuur? '"What if I distract him with the magazine, dive for cover, draw, and fire?"
- Je hebt gelijk, ik lieg, maar als ik je lang genoeg afleid is de bus voorbij en ben jij te laat.I think you're lying. You're right. I am lying, but if I distract you long enough, maybe the bus'll set off and it'll be too late.
Alexis, als ze je afleid, stuur haar dan weg.Alexis, if she's distracting you, get rid of her.
Als ik je nou eens afleid met iets nog vervelender?Well... how about I distract you from something that sucks with something that sucks?
"Beschouw dit als een overeenkomst tussen broers, ...dat ik, Riley Frazier, ...beloof dat ik niet toesta dat iets of iemand me afleidt van mijn doel professioneel basketbal te spelen.""Consider this an agreement between brothers, "that I, Riley Frazier, "promise to not allow anyone or anything to distract me from my goal of playing professional basketball."
- Als jij 'm afleidt, kan ik ontsnappen.- Then you'll have to distract him. - Why? - So I can get away.
- Die jongen is mijn zoon... en het enige dat mij afleidt is de horror die hij heeft meegemaakt voor ik wist dat hij bestond.The boy is my son, and the only thing that distracts me is the nagging thought of what horrors may have been inflicted upon him in the years before I knew of his existence.
- Dit gaat niet over mij, maar ik merk dat het afleidt, dus ik zal het vertellen.This really isn't about me, but I'm sensing it might become a distraction, so, uh... I'll tell you.
- Hij is bezorgd dat je teruggekomen nicht... je afleidt van hoeveel 't hem spijt.He called you, too? He's worried your cousin coming to Woodsboro's distracting you from knowing how sorry he really is.
Dat ik je afleidde.That I distracted you.
Dat we dat kleine foutje maakten en jullie moeder me afleidde toen we van ons erf afkwamenWe had that little mishap, you know, when Mom distracted me we were pulling out of the driveway?
De man begon te vallen onder de ban van mijn poëzie teon je hem afleidde met je miserabele leven.The man was starting to fall under the thrall of my poetry when you distracted him with your miserable life.
De stem die mij afleidde was een vrouw.The voice that distracted me was a woman.
Ik gok dat het niet de kaart was die je afleidde van hun gezichten.I'm guessing that it wasn't the map That distracted you from their faces.
Terwijl anderen haar afleidden, ging iemand naar beneden om drank te stelen... en sloop naar buiten.While others distracted her, one would go down and take a fifth and then exit out the downstairs.
- Die deed ik van de hand, te afleidend.I got rid of those. Too distracting.
Dat is bijna het ergste uiterlijk dat een rijinstructeur kan hebben zo afleidend.So distracting. Only clown would be worse.
Dat is niet afleidend.That's not distracting.
Dat was heel afleidend.That was really distracting.
De mannen met hun krasse uitspraken, het is respectloos en afleidend..Discourage the men's crass talk, as it is disrespectful and distracting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afleggen
smooch
aflekken
do
aflenzen
do
afweiden
eat that
arbeiden
work
geleiden
conduct
inleiden
pickle
omleiden
reroute
opleiden
train

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'distract':

None found.
Learning languages?