Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Stoten (to bump) conjugation

Dutch
15 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stoot
stoot
stoot
stoten
stoten
stoten
Present perfect tense
heb gestoten
hebt gestoten
heeft gestoten
hebben gestoten
hebben gestoten
hebben gestoten
Past tense
stootte;stiet
stootte;stiet
stootte;stiet
stootten;stieten
stootten;stieten
stootten;stieten
Future tense
zal stoten
zult stoten
zal stoten
zullen stoten
zullen stoten
zullen stoten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stoten
zou stoten
zou stoten
zouden stoten
zouden stoten
zouden stoten
Subjunctive mood
stote
stote
stote
stote
stote
stote
Past perfect tense
had gestoten
had gestoten
had gestoten
hadden gestoten
hadden gestoten
hadden gestoten
Future perf.
zal gestoten hebben
zal gestoten hebben
zal gestoten hebben
zullen gestoten hebben
zullen gestoten hebben
zullen gestoten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gestoten hebben
zou gestoten hebben
zou gestoten hebben
zouden gestoten hebben
zouden gestoten hebben
zouden gestoten hebben
Du
Ihr
Imperative mood
stoot
stoot

Examples of stoten

Example in DutchTranslation in English
- We volgen hem... stoten tegen hem aan met een wandelstok waar een naaldje inzit.We follow him, we bump him with a cane that has a small needle on it.
Als een brulkikker vleugels had, zou hij zijn kont niet stoten als hij springt.If a bullfrog had wings it wouldn't bump its bum when he jumps.
Als een kikker vleugels had, zou hij zijn kont niet stoten.Sheehan, if a frog had wings, he wouldn't bump his ass so much.
Als je je zo voelt, begin je uit wrok mensen af te stoten."It's when you feel like this that, out of resentment, "you begin to bump people back.
Dan stoten jullie je hoofden tegen elkaar. Ze denkt dat ze een hersenschudding heeft.She's carrying groceries, and you bump into her and she spills them and you try to help her pick 'em back up, and you bonk heads, and she's concerned she might have a concussion, so you tell her you're a doctor,
- Ik geef je een stoot.- I'll give you a bump.
- Ik heb haar gezien. Ze stoot zich constant.Not so long ago, I saw her singing and bumping into things.
- Zoals? Zoals een jogger die zijn hoofd stoot en een megabult heeft. Of een kind dat tegen een muur aanloopt en de vogels hoort.Like a jogger bumping his head and sprouting a four-inch lump or a kid walking into a wall and hearing birdies.
Als je bijvoorbeeld je arm stoot, of zo...It's like if you bumped your arm or something.
Als je homo bent, stoot je steeds met je billen tegen iedereen aan.- Oh, sure. When you're gay you just walk around giving butt bumps to everybody.
- Hij heeft z'n hoofd gestoten.- He bumped his head. - Come on.
- Ik heb m'n kop gestoten.I must have bumped my head.
- Ik heb me vast ergens aan gestoten.I must have bumped into something.
- Ik heb mij gestoten.- I accidentally bumped.
- Ik heb vandaag m'n schouder gestoten.-I bumped my shoulder today.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bloten
dewool
booten
boot
kloten
balls
ploten
shear
skaten
do
sloten
do
speten
do
stagen
stag
staken
strike
stalen
harden
staren
gaze
staven
do
steken
stab
stelen
steal
stenen
stone

Similar but longer

afstoten
repel
instoten
do
omstoten
knock over
opstoten
run against
storten
pour

Random

spioneren
spy
sprokkelen
gather
stiefelen
bull stacking
stilstaan
stop
stomen
do
stoppen
charge
stortregenen
pour
stotteren
stutter
straatracen
street racing
stranden
run ashore

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bump':

None found.