Afstoten (to repel) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of afstoten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stoot af
I repel
stoot af
you repel
stoot af
he/she/it repels
stoten af
we repel
stoten af
you all repel
stoten af
they repel
Present perfect tense
heb afgestoten
I have repelled
hebt afgestoten
you have repelled
heeft afgestoten
he/she/it has repelled
hebben afgestoten
we have repelled
hebben afgestoten
you all have repelled
hebben afgestoten
they have repelled
Past tense
stootte af;stiet af
I repelled
stootte af;stiet af
you repelled
stootte af;stiet af
he/she/it repelled
stootten af;stieten af
we repelled
stootten af;stieten af
you all repelled
stootten af;stieten af
they repelled
Future tense
zal afstoten
I will repel
zult afstoten
you will repel
zal afstoten
he/she/it will repel
zullen afstoten
we will repel
zullen afstoten
you all will repel
zullen afstoten
they will repel
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afstoten
I would repel
zou afstoten
you would repel
zou afstoten
he/she/it would repel
zouden afstoten
we would repel
zouden afstoten
you all would repel
zouden afstoten
they would repel
Subjunctive mood
stote af
I repel
stote af
you repel
stote af
he/she/it repel
stote af
we repel
stote af
you all repel
stote af
they repel
Past perfect tense
had afgestoten
I had repelled
had afgestoten
you had repelled
had afgestoten
he/she/it had repelled
hadden afgestoten
we had repelled
hadden afgestoten
you all had repelled
hadden afgestoten
they had repelled
Future perf.
zal afgestoten hebben
I will have repelled
zal afgestoten hebben
you will have repelled
zal afgestoten hebben
he/she/it will have repelled
zullen afgestoten hebben
we will have repelled
zullen afgestoten hebben
you all will have repelled
zullen afgestoten hebben
they will have repelled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgestoten hebben
I would have repelled
zou afgestoten hebben
you would have repelled
zou afgestoten hebben
he/she/it would have repelled
zouden afgestoten hebben
we would have repelled
zouden afgestoten hebben
you all would have repelled
zouden afgestoten hebben
they would have repelled
Present bijzin tense
afstoot
I repel
afstoot
you repel
afstoot
he/she/it repels
afstoten
we repel
afstoten
you all repel
afstoten
they repel
Past bijzin tense
afstootte;afstiet
I repelled
afstootte;afstiet
you repelled
afstootte;afstiet
he/she/it repelled
afstootten;afstieten
we repelled
afstootten;afstieten
you all repelled
afstootten;afstieten
they repelled
Future bijzin tense
zal afstoten
I will repel
zult afstoten
you will repel
zal afstoten
he/she/it will repel
zullen afstoten
we will repel
zullen afstoten
you all will repel
zullen afstoten
they will repel
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afstoten
I would repel
zou afstoten
you would repel
zou afstoten
he/she/it would repel
zouden afstoten
we would repel
zouden afstoten
you all would repel
zouden afstoten
they would repel
Subjunctive bijzin mood
afstote
I repel
afstote
you repel
afstote
he/she/it repel
afstote
we repel
afstote
you all repel
afstote
they repel
Du
Ihr
Imperative mood
stoot af
repel
stoot af
repel

Examples of afstoten

Example in DutchTranslation in English
- Het lijkt alsof ze elkaar afstoten.- It's like they're repelling each other.
- Zullen andere ze afstoten.Others will repel them.
Als we het magneetveld negatief laden... kan de aarde de coronale massa-ejectie afstoten.We use the destructor negatively charge the Earth's magnetic field it'll be like two similar magnet poles repelling one another. The Earth can deflect it!
Als we het magneetveld net als de CME negatief laden... kan de aarde de coronale massa-ejectie afstoten.The CME are negatively charged particles. If we use the disrupter to negatively charge the Earth's magnetic field, it'll be like two similar magnetic poles repelling one another. The Earth can deflect it!
Elektronen die elkaar afstoten.Individual electrons repelling one another like magnets. Electrons.
- Dat stoot af.-Opposites repel.
Dik stoot af, jolig niet.Fat repels people, but joy attracts them.
Twee magneten die door elkaar worden afgestoten.Two magnets that are being repelled by each other.
Twee magneten die worden afgestoten door elkaar.Two magnets that are being repelled by each other.
U bent blootgesteld aan een antigeen dat wordt afgestoten door water.You have been exposed to an antigen that is repelled by water.
Ze waren erdoor afgestoten.They're repelled by it.
Dus als haar hen afstoot en voer trekt aan, Verwar het beest en je hem hebt waar je hem wilt.So if hair repels them and fodder attracts, confuse the beast, you've got him where you want him.
Er zit een andere onder de tafel... Die aantrekt of afstoot naargelang je hem verschuift.There's another one under the table that'll repel or attract, depending on how you shift them.
Heeft de man een afwijking die de vrouw afstoot?Does the husband have a deformation that repels the woman?
Ja, die rooie die alles en iedereen afstoot, behalve bourbon en iemand die op me afkomt.Yeah, the, uh, the red one that repels anything and everyone around me, except for bourbon and someone coming towards me, right?
Mijn probleem is dat het mannelijke orgaan me zowel aantrekt als afstoot.My problem is I'm both attracted and repelled by the male organ.
Sorry, Dawson, hij is te afstotend.Sorry, Dawson, he is just too repelling.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afsloten
do
afspeten
do
afstaren
do
afsteken
contrast
afstelen
do
afstoken
do
afstomen
steam
afstoven
do
afsturen
do
afstuwen
do
instoten
do
omstoten
knock over
opstoten
run against

Similar but longer

afstorten
deposit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'repel':

None found.
Learning languages?