Stenen (to stone) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of stenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
steen
I stone
steent
you stone
steent
he/she/it stones
stenen
we stone
stenen
you all stone
stenen
they stone
Present perfect tense
heb gesteend
I have stoned
hebt gesteend
you have stoned
heeft gesteend
he/she/it has stoned
hebben gesteend
we have stoned
hebben gesteend
you all have stoned
hebben gesteend
they have stoned
Past tense
steende
I stoned
steende
you stoned
steende
he/she/it stoned
steenden
we stoned
steenden
you all stoned
steenden
they stoned
Future tense
zal stenen
I will stone
zult stenen
you will stone
zal stenen
he/she/it will stone
zullen stenen
we will stone
zullen stenen
you all will stone
zullen stenen
they will stone
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stenen
I would stone
zou stenen
you would stone
zou stenen
he/she/it would stone
zouden stenen
we would stone
zouden stenen
you all would stone
zouden stenen
they would stone
Subjunctive mood
stene
I stone
stene
you stone
stene
he/she/it stone
stene
we stone
stene
you all stone
stene
they stone
Past perfect tense
had gesteend
I had stoned
had gesteend
you had stoned
had gesteend
he/she/it had stoned
hadden gesteend
we had stoned
hadden gesteend
you all had stoned
hadden gesteend
they had stoned
Future perf.
zal gesteend hebben
I will have stoned
zal gesteend hebben
you will have stoned
zal gesteend hebben
he/she/it will have stoned
zullen gesteend hebben
we will have stoned
zullen gesteend hebben
you all will have stoned
zullen gesteend hebben
they will have stoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesteend hebben
I would have stoned
zou gesteend hebben
you would have stoned
zou gesteend hebben
he/she/it would have stoned
zouden gesteend hebben
we would have stoned
zouden gesteend hebben
you all would have stoned
zouden gesteend hebben
they would have stoned
Du
Ihr
Imperative mood
steen
stone
steent
stone

Examples of stenen

Example in DutchTranslation in English
"... een ring van stenen""a halo of stones..."
"De dieren en stenen ademen op een andere manier""The animals and stones breathe differently"
"Gisteren heeft een rare bende radicalen en hippies een leeg huis bezet en stenen gegooid van het London Hilton hotel.""Yesterday, a raggle-taggle bunch of radicals and hippies... ..occupied an empty house a stone's throw from London's Hilton hotel."
"Het voelt zoals het wrijven van stenen in uw zak""feels like rubbing stones in your pocket.
"Mijn naam is zee", herhaalt ze. Ze slaat tegen stenen die ze niet overtuigt.My name is sea, it repeats... striking a stone but not convincing it.
! Chas, maat, laat de bloedige steen vallen, wil je ?Chas, mate, drop the bloody stone, will you?
"B," niets in steen te snijden."b," don't carve anything in stone.
"Dan pas mag er een steen op mijn graf worden geplaatst... en mijn naam gegraveerd op de steen, gericht naar de zon.""A stone may then be placed on my grave, and my name engraved on the stone facing the sun."
"De lucht bezweek in de steen.""The air has yielded to stone."
"De sleutel tot succes is gebeiteld in steen.""The key to success is rooted in stone."
Grote stene, geloof me maar.Big stones, trust me.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

boenen
scrub
dienen
serve
kienen
do
openen
open
seinen
signal
spanen
swarf
spenen
wean
stagen
stag
staken
strike
stalen
harden
staren
gaze
staven
do
steken
stab
stelen
steal
stoken
heat

Similar but longer

stenigen
stone
steunen
support
stevenen
bear down

Random

sprokkelen
gather
spugen
spit
starten
start
steendrukken
do
stencilen
mimeograph
stenigen
stone
steriliseren
sterilize
stijgen
rise
stimuleren
stimulate
stipuleren
stipulate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'stone':

None found.
Learning languages?