Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ploten (to shear) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ploot
ploot
ploot
ploten
ploten
ploten
Present perfect tense
heb geploot
hebt geploot
heeft geploot
hebben geploot
hebben geploot
hebben geploot
Past tense
plootte
plootte
plootte
plootten
plootten
plootten
Future tense
zal ploten
zult ploten
zal ploten
zullen ploten
zullen ploten
zullen ploten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ploten
zou ploten
zou ploten
zouden ploten
zouden ploten
zouden ploten
Subjunctive mood
plote
plote
plote
plote
plote
plote
Past perfect tense
had geploot
had geploot
had geploot
hadden geploot
hadden geploot
hadden geploot
Future perf.
zal geploot hebben
zal geploot hebben
zal geploot hebben
zullen geploot hebben
zullen geploot hebben
zullen geploot hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geploot hebben
zou geploot hebben
zou geploot hebben
zouden geploot hebben
zouden geploot hebben
zouden geploot hebben
Du
Ihr
Imperative mood
ploot
ploot

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bloten
dewool
booten
boot
kloten
balls
parten
do
pesten
pester
pitten
do
plagen
tease
plegen
commit
posten
post
potten
pot
praten
talk
punten
do
putten
draw
sloten
do
stoten
bump

Similar but longer

plotten
do

Random

piefpaffen
do
plaatsvinden
take place
platpersen
flat presses
playbacken
do
plekken
do
pletteren
crush tars
plooien
fold
plotten
do
pluizen
pick
pompen
pump

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'shear':

None found.