Spannen (to span) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of spannen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
span
I span
spant
you span
spant
he/she/it spans
spannen
we span
spannen
you all span
spannen
they span
Present perfect tense
heb gespannen
I have spanned
hebt gespannen
you have spanned
heeft gespannen
he/she/it has spanned
hebben gespannen
we have spanned
hebben gespannen
you all have spanned
hebben gespannen
they have spanned
Past tense
spande
I spanned
spande
you spanned
spande
he/she/it spanned
spanden
we spanned
spanden
you all spanned
spanden
they spanned
Future tense
zal spannen
I will span
zult spannen
you will span
zal spannen
he/she/it will span
zullen spannen
we will span
zullen spannen
you all will span
zullen spannen
they will span
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou spannen
I would span
zou spannen
you would span
zou spannen
he/she/it would span
zouden spannen
we would span
zouden spannen
you all would span
zouden spannen
they would span
Subjunctive mood
spanne
I span
spanne
you span
spanne
he/she/it span
spanne
we span
spanne
you all span
spanne
they span
Past perfect tense
had gespannen
I had spanned
had gespannen
you had spanned
had gespannen
he/she/it had spanned
hadden gespannen
we had spanned
hadden gespannen
you all had spanned
hadden gespannen
they had spanned
Future perf.
zal gespannen hebben
I will have spanned
zal gespannen hebben
you will have spanned
zal gespannen hebben
he/she/it will have spanned
zullen gespannen hebben
we will have spanned
zullen gespannen hebben
you all will have spanned
zullen gespannen hebben
they will have spanned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gespannen hebben
I would have spanned
zou gespannen hebben
you would have spanned
zou gespannen hebben
he/she/it would have spanned
zouden gespannen hebben
we would have spanned
zouden gespannen hebben
you all would have spanned
zouden gespannen hebben
they would have spanned
Du
Ihr
Imperative mood
span
span
spant
span

Examples of spannen

Example in DutchTranslation in English
Die heeft drie of vier spannen.He's got three, four span.
"Big wing"! "Big span"?"Big wing"! "Big span"?
- spik en span.- spick and span.
Absoluut niet, we zullen deze kamer spik en span maken zoals altijd.Absolutely not. We will have this place spic and span as always.
En deze zogenaamde "zee-spider" heeft benen die een halve meter span.And this so-called "sea spider" has legs that span half a metre.
En toen ik er klaar mee was, waren ze allemaal spic en span.And when I finished, every one of them was spic and span.
De wereld spant tegen me om me tegen te houden om m'n film te maken.The world spans from me to me to hold back to make my movie.
Het spant erom in de verkiezingsstrijd.It spans around in the election campaign.
Vitus, hou je die spant eens vast.Vitus, hold the spandrel.
De niet te nemen kloof, waarover een hangbrug is gespannen.Uncrossable Gorge, which is spanned by Rickety Bridge.
We leven in media-verzadigde, technologie- gebroken, korte aandachts-spanne tijden, het is niet eenvoudig een publiek te beveiligen.We live in media-saturated, technology-fractured, short-attention-span times; it's not easy to secure an audience.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

plannen
windsurf
scannen
scan
spalken
splint
sparren
do
spatten
splash
spinnen
spin

Similar but longer

afspannen
tension
bespannen
stretch
inspannen
do
omspannen
span
opspannen
clamp

Random

smeden
forge
sniffen
sniff
snowboarden
snowboard
snurken
snore
spanen
swarf
spankeren
span times
spanseren
clamp down
spiegelen
reflect
spijzen
do
splijten
split

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'span':

None found.
Learning languages?