Spoelen (to rinse) conjugation

Dutch
24 examples

Conjugation of spoelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spoel
I rinse
spoelt
you rinse
spoelt
he/she/it rinses
spoelen
we rinse
spoelen
you all rinse
spoelen
they rinse
Present perfect tense
heb gespoeld
I have rinsed
hebt gespoeld
you have rinsed
heeft gespoeld
he/she/it has rinsed
hebben gespoeld
we have rinsed
hebben gespoeld
you all have rinsed
hebben gespoeld
they have rinsed
Past tense
spoelde
I rinsed
spoelde
you rinsed
spoelde
he/she/it rinsed
spoelden
we rinsed
spoelden
you all rinsed
spoelden
they rinsed
Future tense
zal spoelen
I will rinse
zult spoelen
you will rinse
zal spoelen
he/she/it will rinse
zullen spoelen
we will rinse
zullen spoelen
you all will rinse
zullen spoelen
they will rinse
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou spoelen
I would rinse
zou spoelen
you would rinse
zou spoelen
he/she/it would rinse
zouden spoelen
we would rinse
zouden spoelen
you all would rinse
zouden spoelen
they would rinse
Subjunctive mood
spoele
I rinse
spoele
you rinse
spoele
he/she/it rinse
spoele
we rinse
spoele
you all rinse
spoele
they rinse
Past perfect tense
had gespoeld
I had rinsed
had gespoeld
you had rinsed
had gespoeld
he/she/it had rinsed
hadden gespoeld
we had rinsed
hadden gespoeld
you all had rinsed
hadden gespoeld
they had rinsed
Future perf.
zal gespoeld hebben
I will have rinsed
zal gespoeld hebben
you will have rinsed
zal gespoeld hebben
he/she/it will have rinsed
zullen gespoeld hebben
we will have rinsed
zullen gespoeld hebben
you all will have rinsed
zullen gespoeld hebben
they will have rinsed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gespoeld hebben
I would have rinsed
zou gespoeld hebben
you would have rinsed
zou gespoeld hebben
he/she/it would have rinsed
zouden gespoeld hebben
we would have rinsed
zouden gespoeld hebben
you all would have rinsed
zouden gespoeld hebben
they would have rinsed
Du
Ihr
Imperative mood
spoel
rinse
spoelt
rinse

Examples of spoelen

Example in DutchTranslation in English
- En spoelen ze na in je Earl Grey-thee.- And rinse them in your Earl Gray Tea.
- Er zit zeep op je auto... alsof je daar snel weg moest zonder af te kunnen spoelen.Your car is streaked with dried soap, like you rushed out without having time to rinse.
- Goed spoelen.Really rinse.
- Kan ik af te spoelen?- Can I rinse off?
Af en toe moet ik in het water, om een en ander af te spoelen.Occasionally, I have to go in, do a little rinse-off.
- Ga maar naar de keuken, Beverley en spoel je mond met wat water.~ Oh, go to the kitchen, Beverley, and rinse your mouth out with some water.
- Ik spoel ze af voor ik ze teruggeef.I'll rinse 'em off before I return them.
- Ja, spoel.- Yeah, rinse.
- Scrub krachtig en spoel uw ogen.- Scrub vigorously and rinse your eyes.
Breng 'm buiten en spoel 'm om.Okay, Frankie. Take it outside and rinse it under the tap.
- Je spoelt vis altijd eerst in vers zeewater.You always rinse fish in sea salt first.
Hij spoelt niet eens z'n borden af.The--the man doesn't even rinse his dishes.
Hij spoelt zelfs de tandpasta uit de wasbak.Goes the extra mile and rinses down his toothpaste clumps in the sink.
Je spoelt ze uit met water en industrieel schoonmaakmiddel, en dat verhit je om de vloeistof eruit te krijgen.You rinse it in a mix of water and industrial cleaner, then you heat it up to burn off the liquid.
Je stopt 't hierin, spoelt 't uit en je begint opnieuw.put it in here and rinse it off and start all over again.
Een 'ja', geserveerd op een bordje 'ja', gespoeld met een kopje 'ja'.I'm gonna take that as a yes, served on a bed of yes, rinsed down with a cup of yes.
Het is wellicht de moeite waard erop te wijzen dat de afwas eerst moet worden gespoeld.It might be worth pointing out that the dishes need to be rinsed.
Ik heb nog niet gespoeld.I haven't rinsed yet.
Maar je hebt je gezicht gespoeld in mijn gootsteen.But you rinsed your face in my kitchen sink.
Vaat in de gootsteen, gespoeld.Dishes in the sink, rinsed.
Hier spoelde de walvissen aan... en wij zijn hier.Here rinsed the whales ... and we are here.
Ik ging naar binnen en spoelde het uit haar ogen.I went in and rinsed the soap out of her eyes.
Ik liet het vallen in de parkeergarage maar ik spoelde het af onder de kraan.I dropped it in the car park but I rinsed it off under a tap.
Katrina spoelde mijn handen schoon.Katrina, she rinsed my hands clean.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kroelen
do
sabelen
saber
schelen
make a difference
sjoelen
do
spellen
spell
spillen
do
spoeden
hurry
sponsen
do
sponzen
do
sporten
practice sport
spotten
mock
spouwen
do
stoelen
do
strelen
stroke

Similar but longer

afspoelen
rinse
bespoelen
wash
naspoelen
rinse
omspoelen
rinse
opspoelen
reel

Random

socialiseren
socialize
spetten
splash
spetteren
splash
spieken
crib
spijkeren
nail
splitten
do
spoeden
hurry
spoken
haunt
spreiden
lay out
sprinten
sprint

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rinse':

None found.
Learning languages?