Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Sassen (to do) conjugation

Dutch
7 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sas
sast
sast
sassen
sassen
sassen
Present perfect tense
heb gesast
hebt gesast
heeft gesast
hebben gesast
hebben gesast
hebben gesast
Past tense
saste
saste
saste
sasten
sasten
sasten
Future tense
zal sassen
zult sassen
zal sassen
zullen sassen
zullen sassen
zullen sassen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou sassen
zou sassen
zou sassen
zouden sassen
zouden sassen
zouden sassen
Subjunctive mood
sasse
sasse
sasse
sasse
sasse
sasse
Past perfect tense
had gesast
had gesast
had gesast
hadden gesast
hadden gesast
hadden gesast
Future perf.
zal gesast hebben
zal gesast hebben
zal gesast hebben
zullen gesast hebben
zullen gesast hebben
zullen gesast hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesast hebben
zou gesast hebben
zou gesast hebben
zouden gesast hebben
zouden gesast hebben
zouden gesast hebben
Du
Ihr
Imperative mood
sas
sast

Examples of sassen

Example in DutchTranslation in English
Als je moet sassen...When you want to take a whiz, you do... See a man about a horse?
mijn leven door te sassen.Flushing my life down the toilet.
- Wat gebruikt u, sas of splijt u hem?- What do you use, lock or seam? - Seam.
Bruce, ik hoef niet te vertellen dat ik in mijn sas ben met de promotie.Of course, Bruce, I don't need to tell you that obviously I was chuffed about the promotion.
Een afscheidskus met aardbei ben je in je sas maar je pakt ook ananasYou reach for banana-pear, and soon you find that you don't care.
Karen en ik hebben je vroeger altijd suffe dingen gegeven... maar dit jaar ben je in je sas.I know, um, Karen and I have given you some doozies in the past but I think this year you're really gonna love it
U bent niet zo in uw sas, hè?You're not doing well, Mr. Castella.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bassen
do
bissen
retake
bossen
do
dossen
ware
gassen
do
gissen
guess
hossen
do
jassen
peel
kassen
do
kissen
do
kussen
pillow
lassen
weld
lessen
quench
lossen
unload
missen
miss

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rondsluipen
prowl
ruien
molt
samenkleven
agglutinate
samenkomen
come together
samenlopen
converge
samenspelen
play together
samentreffen
coincide
sarren
nag
satineren
do
schavelen
appraise

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.