Satineren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of satineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
satineer
I do
satineert
you do
satineert
he/she/it does
satineren
we do
satineren
you all do
satineren
they do
Present perfect tense
heb gesatineerd
I have done
hebt gesatineerd
you have done
heeft gesatineerd
he/she/it has done
hebben gesatineerd
we have done
hebben gesatineerd
you all have done
hebben gesatineerd
they have done
Past tense
satineerde
I did
satineerde
you did
satineerde
he/she/it did
satineerden
we did
satineerden
you all did
satineerden
they did
Future tense
zal satineren
I will do
zult satineren
you will do
zal satineren
he/she/it will do
zullen satineren
we will do
zullen satineren
you all will do
zullen satineren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou satineren
I would do
zou satineren
you would do
zou satineren
he/she/it would do
zouden satineren
we would do
zouden satineren
you all would do
zouden satineren
they would do
Subjunctive mood
satinere
I do
satinere
you do
satinere
he/she/it do
satinere
we do
satinere
you all do
satinere
they do
Past perfect tense
had gesatineerd
I had done
had gesatineerd
you had done
had gesatineerd
he/she/it had done
hadden gesatineerd
we had done
hadden gesatineerd
you all had done
hadden gesatineerd
they had done
Future perf.
zal gesatineerd hebben
I will have done
zal gesatineerd hebben
you will have done
zal gesatineerd hebben
he/she/it will have done
zullen gesatineerd hebben
we will have done
zullen gesatineerd hebben
you all will have done
zullen gesatineerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesatineerd hebben
I would have done
zou gesatineerd hebben
you would have done
zou gesatineerd hebben
he/she/it would have done
zouden gesatineerd hebben
we would have done
zouden gesatineerd hebben
you all would have done
zouden gesatineerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
satineer
do
satineert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

detineren
detain
patineren
patinate
ratineren
do
satureren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rotzooien
dick
ruisen
vacate
samenbrengen
do
samendringen
do
samenroepen
convene
samenspelen
play together
samenvouwen
collapse
sassen
do
satureren
do
schaffelen
purchase stacking

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?