Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Belopen (to do) conjugation

Dutch
11 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beloop
beloopt
beloopt
belopen
belopen
belopen
Present perfect tense
heb belopen
hebt belopen
heeft belopen
hebben belopen
hebben belopen
hebben belopen
Past tense
beliep
beliep
beliep
beliepen
beliepen
beliepen
Future tense
zal belopen
zult belopen
zal belopen
zullen belopen
zullen belopen
zullen belopen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou belopen
zou belopen
zou belopen
zouden belopen
zouden belopen
zouden belopen
Subjunctive mood
belope
belope
belope
belope
belope
belope
Past perfect tense
had belopen
had belopen
had belopen
hadden belopen
hadden belopen
hadden belopen
Future perf.
zal belopen hebben
zal belopen hebben
zal belopen hebben
zullen belopen hebben
zullen belopen hebben
zullen belopen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou belopen hebben
zou belopen hebben
zou belopen hebben
zouden belopen hebben
zouden belopen hebben
zouden belopen hebben
Du
Ihr
Imperative mood
beloop
beloopt

Examples of belopen

Example in DutchTranslation in English
- Sinds je mij ten huwelijk vroeg, maak je grapjes over hoe stom het is en hoe flauw deze tradities zijn, en je bent ronduit vijandig geweest naar iets belachelijk als het huwelijkspad belopen, een jurk dragen, of zelfs het schrijven van geloften!- No, it's just... - Because ever since you proposed to me, you've been making cracks about how "dumb" it is, and how "silly" these traditions are, and you've been downright hostile towards anything as "ridiculous" as walking down the aisle, or wearing a dress, or even writing vows!
De wegen belopen... en verdwijnen.walking down the road and disappear.
Het enige wat je moet doen is het pad te belopen.The only thing you have to do is walk down the aisle.
Het is een bevel. Wij hebben dit pad als eens belopen.. en dat doe ik niet nog eens.You and I have been down this road before and I will not go down it again.
Je loopt langs een weg die je niet wilt belopen.You are walking down a road you do not want to walk down.
- Maar ik kan dit niet op zijn beloop laten.But I don't wanna leave things like this.
Als we dit op zijn beloop laten... wordt hij neergeschoten zoals de anderen.If we let this run its course... he'll be shot down like the others.
De natuur heeft zijn beloop gehad, er is niks verkeerd gegaan.Look, nature took its course, there's no harm done.
Dit stond in schril contrast met het beloop van de inlichtingen... zoals duidelijk aangetoond door Thompsons tijdbalk.This sat in stark contrast to the warnings well documented in Thompson's timeline.
En daar Hirsch toch binnen 48 uur vergast zou worden... ..liet Kleinmann de zaak maar liever op z'n beloop... ..en deed hij maar niets.but he won't be on his feet for a long time to come, and he is going to be gassed within the next 48 hours, and he thinks... Kleinman said it would be better to leave things as they are and to do nothing.
"Net als iemand op een eenzame weg, in angst en vrees beloopt... want hij weet dat een angstaanjagend mens... achter hem opduikt onverhoopt.""Like one that on a lonesome road "doth walk with fear and dread "Because he knows a frightful fiend

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aflopen
end
begapen
do
bekopen
intrigue
beladen
burden
belagen
besiege
belenen
pawn
beleren
school
beleven
school
belezen
do
belonen
reward
beloven
promise
berapen
do
inlopen
run in
nalopen
retrace
omlopen
bypass

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bekijken
convert
bekken
do
bekwamen
capacitate
belegeren
besiege
belenen
pawn
belonken
do
beloven
promise
beoefenen
practice
bepakken
pack
bepalen
determine

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.