Belezen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of belezen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
belees
I do
beleest
you do
beleest
he/she/it does
belezen
we do
belezen
you all do
belezen
they do
Present perfect tense
heb belezen
I have done
hebt belezen
you have done
heeft belezen
he/she/it has done
hebben belezen
we have done
hebben belezen
you all have done
hebben belezen
they have done
Past tense
belas
I did
belas
you did
belas
he/she/it did
belazen
we did
belazen
you all did
belazen
they did
Future tense
zal belezen
I will do
zult belezen
you will do
zal belezen
he/she/it will do
zullen belezen
we will do
zullen belezen
you all will do
zullen belezen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou belezen
I would do
zou belezen
you would do
zou belezen
he/she/it would do
zouden belezen
we would do
zouden belezen
you all would do
zouden belezen
they would do
Subjunctive mood
beleze
I do
beleze
you do
beleze
he/she/it do
beleze
we do
beleze
you all do
beleze
they do
Past perfect tense
had belezen
I had done
had belezen
you had done
had belezen
he/she/it had done
hadden belezen
we had done
hadden belezen
you all had done
hadden belezen
they had done
Future perf.
zal belezen hebben
I will have done
zal belezen hebben
you will have done
zal belezen hebben
he/she/it will have done
zullen belezen hebben
we will have done
zullen belezen hebben
you all will have done
zullen belezen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou belezen hebben
I would have done
zou belezen hebben
you would have done
zou belezen hebben
he/she/it would have done
zouden belezen hebben
we would have done
zouden belezen hebben
you all would have done
zouden belezen hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
belees
do
beleest
do

Examples of belezen

Example in DutchTranslation in English
En hij is heel belezen... en ik weet dat Logan rijk is en dat jij niet echt...And he's extremely well-read... and I know Logan's rich, and I know you don't really...
Ik ben belezen en heb een goed gevulde portfolio. Maar ik eet ook graag gras en kots dat weer uit op het tapijt.I'm well-read and have a diverse stock portfolio, but I'm not above eating grass clippings and regurgitating them on the rug by the door. "
Je moet wel het meest belezen kind zijn aan deze kant van de Mississippi.What do you got in here? My books.
Je praat als een echte redneck. Hij schildert Oswald af als een belezen intellectueel die uitstekend Russisch spreekt en die Kennedy bewondert.DeMohrenschildt draws a picture of Oswald as an intellectual well read, speaks excellent Russian, a man who adored JFK.
U bent zo belezen, majoor, maar met één gedicht steek ik u toch de loef af.You're a weII-read man, Major... but there's one poem I suspect you don't know.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aflezen
read
beladen
burden
belagen
besiege
belenen
pawn
beleren
school
beleven
school
belonen
reward
belopen
do
beloven
promise
bloezen
blossom
inlezen
read
nalezen
read
oplezen
read

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?