Beleven (to school) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of beleven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beleef
I school
beleeft
you school
beleeft
he/she/it schools
beleven
we school
beleven
you all school
beleven
they school
Present perfect tense
heb beleefd
I have schooled
hebt beleefd
you have schooled
heeft beleefd
he/she/it has schooled
hebben beleefd
we have schooled
hebben beleefd
you all have schooled
hebben beleefd
they have schooled
Past tense
beleefde
I schooled
beleefde
you schooled
beleefde
he/she/it schooled
beleefden
we schooled
beleefden
you all schooled
beleefden
they schooled
Future tense
zal beleven
I will school
zult beleven
you will school
zal beleven
he/she/it will school
zullen beleven
we will school
zullen beleven
you all will school
zullen beleven
they will school
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beleven
I would school
zou beleven
you would school
zou beleven
he/she/it would school
zouden beleven
we would school
zouden beleven
you all would school
zouden beleven
they would school
Subjunctive mood
beleve
I school
beleve
you school
beleve
he/she/it school
beleve
we school
beleve
you all school
beleve
they school
Past perfect tense
had beleefd
I had schooled
had beleefd
you had schooled
had beleefd
he/she/it had schooled
hadden beleefd
we had schooled
hadden beleefd
you all had schooled
hadden beleefd
they had schooled
Future perf.
zal beleefd hebben
I will have schooled
zal beleefd hebben
you will have schooled
zal beleefd hebben
he/she/it will have schooled
zullen beleefd hebben
we will have schooled
zullen beleefd hebben
you all will have schooled
zullen beleefd hebben
they will have schooled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou beleefd hebben
I would have schooled
zou beleefd hebben
you would have schooled
zou beleefd hebben
he/she/it would have schooled
zouden beleefd hebben
we would have schooled
zouden beleefd hebben
you all would have schooled
zouden beleefd hebben
they would have schooled
Du
Ihr
Imperative mood
beleef
school
beleeft
school

Examples of beleven

Example in DutchTranslation in English
Als je 17 bent kun je een zomerliefde beleven en eenmaal terug op school vertel je hoe je verliefd werd en hoe goed de zomer was.- At 17, one can fall in love only during the holidays ... - live a story, and to return to high school have much to tell ... - because we fell in love and that summer was cute.
Ik had nooit geloofd dat onze school een opleving zou beleven.If you'd told me our school was having a revival, I wouldn't have believed you.
We werden van school afgetrapt en we zijn samen op pad gegaan... om het land te zien... om avonturen te beleven.We dropped out of school and went on the road together to see the country, to... to have adventures.
Weet je wat meisjes beleven die het schooljaar beginnen zonder beste vriendin, zonder liefje en lage sociale status?Do you know what happens to girls who start high school with no best friend, no guy, and low social standing?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beërven
inherit
begeven
go
beladen
burden
belagen
besiege
belenen
pawn
beleren
school
belezen
do
belonen
reward
belopen
do
beloven
promise
beroven
rob
blieven
do
inleven
do
naleven
do
opleven
revive

Similar but longer

believen
please

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'school':

None found.
Learning languages?