Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Stukgooien (to smash) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of stukgooien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gooi stuk
I smash
gooit stuk
you smash
gooit stuk
he/she/it smashes
gooien stuk
we smash
gooien stuk
you all smash
gooien stuk
they smash
Present perfect tense
heb stukgegooid
I have smashed
hebt stukgegooid
you have smashed
heeft stukgegooid
he/she/it has smashed
hebben stukgegooid
we have smashed
hebben stukgegooid
you all have smashed
hebben stukgegooid
they have smashed
Past tense
gooide stuk
I smashed
gooide stuk
you smashed
gooide stuk
he/she/it smashed
gooiden stuk
we smashed
gooiden stuk
you all smashed
gooiden stuk
they smashed
Future tense
zal stukgooien
I will smash
zult stukgooien
you will smash
zal stukgooien
he/she/it will smash
zullen stukgooien
we will smash
zullen stukgooien
you all will smash
zullen stukgooien
they will smash
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stukgooien
I would smash
zou stukgooien
you would smash
zou stukgooien
he/she/it would smash
zouden stukgooien
we would smash
zouden stukgooien
you all would smash
zouden stukgooien
they would smash
Subjunctive mood
gooie stuk
I smash
gooie stuk
you smash
gooie stuk
he/she/it smash
gooie stuk
we smash
gooie stuk
you all smash
gooie stuk
they smash
Past perfect tense
had stukgegooid
I had smashed
had stukgegooid
you had smashed
had stukgegooid
he/she/it had smashed
hadden stukgegooid
we had smashed
hadden stukgegooid
you all had smashed
hadden stukgegooid
they had smashed
Future perf.
zal stukgegooid hebben
I will have smashed
zal stukgegooid hebben
you will have smashed
zal stukgegooid hebben
he/she/it will have smashed
zullen stukgegooid hebben
we will have smashed
zullen stukgegooid hebben
you all will have smashed
zullen stukgegooid hebben
they will have smashed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou stukgegooid hebben
I would have smashed
zou stukgegooid hebben
you would have smashed
zou stukgegooid hebben
he/she/it would have smashed
zouden stukgegooid hebben
we would have smashed
zouden stukgegooid hebben
you all would have smashed
zouden stukgegooid hebben
they would have smashed
Present bijzin tense
stukgooi
I smash
stukgooit
you smash
stukgooit
he/she/it smashes
stukgooien
we smash
stukgooien
you all smash
stukgooien
they smash
Past bijzin tense
stukgooide
I smashed
stukgooide
you smashed
stukgooide
he/she/it smashed
stukgooiden
we smashed
stukgooiden
you all smashed
stukgooiden
they smashed
Future bijzin tense
zal stukgooien
I will smash
zult stukgooien
you will smash
zal stukgooien
he/she/it will smash
zullen stukgooien
we will smash
zullen stukgooien
you all will smash
zullen stukgooien
they will smash
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou stukgooien
I would smash
zou stukgooien
you would smash
zou stukgooien
he/she/it would smash
zouden stukgooien
we would smash
zouden stukgooien
you all would smash
zouden stukgooien
they would smash
Subjunctive bijzin mood
stukgooie
I smash
stukgooie
you smash
stukgooie
he/she/it smash
stukgooie
we smash
stukgooie
you all smash
stukgooie
they smash
Du
Ihr
Imperative mood
gooi stuk
smash
gooit stuk
smash

Examples of stukgooien

Example in DutchTranslation in English
Dan ontslaan ze ons omdat we pc's stukgooien.Wouldn't we get fired for smashing all the computers?
Ik ga thuis al z'n spullen stukgooien.I'm going home And smash everything he owned.
Ik zou ze... willen stukgooien.I would like to smash them.
Nee, laat me gerust! Nu, wat we weten is, dat als we dingen stukgooien en we roepen en tieren, we onze eigen zin doen.Now, what we know is, if we smash things and we scream and we shout, we get our own way.
Iemand heeft hem stukgegooid en het fossiel vernietigd.Someone smashed it to pieces and destroyed the fossil.
Ik heb het stukgegooid, en daarna in de rivier gegooid.I smashed it to pieces, mate. I threw it in the river.
In de andere werden 19de-eeuwse zilveren kandelaars en een 18e-eeuwse Franse pendule stukgegooid.In the other, 19th-century silver candlesticks and an 18th-century French mantel clock were smashed.
Hij wil dat u die fles stukgooit en in de plaats daarvan liefde aanvaardt.-He wants you to smash that bottle, and in its place, he wants you to accept love.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

steunen
support
stoefen
do
storten
pour
stroppen
do
strubbelen
do
stukgaan
break
stuklezen
piece read more
stuwen
impel
supporteren
do
supprimeren
suppress

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'smash':

None found.