Ratelen (to rattle) conjugation

Dutch
25 examples

Conjugation of ratelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ratel
I rattle
ratelt
you rattle
ratelt
he/she/it rattles
ratelen
we rattle
ratelen
you all rattle
ratelen
they rattle
Present perfect tense
heb gerateld
I have rattled
hebt gerateld
you have rattled
heeft gerateld
he/she/it has rattled
hebben gerateld
we have rattled
hebben gerateld
you all have rattled
hebben gerateld
they have rattled
Past tense
ratelde
I rattled
ratelde
you rattled
ratelde
he/she/it rattled
ratelden
we rattled
ratelden
you all rattled
ratelden
they rattled
Future tense
zal ratelen
I will rattle
zult ratelen
you will rattle
zal ratelen
he/she/it will rattle
zullen ratelen
we will rattle
zullen ratelen
you all will rattle
zullen ratelen
they will rattle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ratelen
I would rattle
zou ratelen
you would rattle
zou ratelen
he/she/it would rattle
zouden ratelen
we would rattle
zouden ratelen
you all would rattle
zouden ratelen
they would rattle
Subjunctive mood
ratele
I rattle
ratele
you rattle
ratele
he/she/it rattle
ratele
we rattle
ratele
you all rattle
ratele
they rattle
Past perfect tense
had gerateld
I had rattled
had gerateld
you had rattled
had gerateld
he/she/it had rattled
hadden gerateld
we had rattled
hadden gerateld
you all had rattled
hadden gerateld
they had rattled
Future perf.
zal gerateld hebben
I will have rattled
zal gerateld hebben
you will have rattled
zal gerateld hebben
he/she/it will have rattled
zullen gerateld hebben
we will have rattled
zullen gerateld hebben
you all will have rattled
zullen gerateld hebben
they will have rattled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerateld hebben
I would have rattled
zou gerateld hebben
you would have rattled
zou gerateld hebben
he/she/it would have rattled
zouden gerateld hebben
we would have rattled
zouden gerateld hebben
you all would have rattled
zouden gerateld hebben
they would have rattled
Du
Ihr
Imperative mood
ratel
rattle
ratelt
rattle

Examples of ratelen

Example in DutchTranslation in English
- Ik hoorde iets ratelen in de auto.- I heard a rattle in the car.
Ben je tegen mij aan het ratelen?Are you trying to rattle me?
De waarheid is, degene die daar maar over door ratelen... kunnen niet wachten om het te doen.Truth is, those that rattle on about it, can't wait to do it.
En ik hoorde ratelen, en het was een ratelslang.And I hear a rattling, and it was a rattlesnake.
En op 't einde gaf ik nergens meer om, een oude kist met resten, met in de tombe alleen het karkas, het unieke perkament van de huid, en het ratelen van de botten.And l went out as if rejecting everything, an old casket carrying remains, taking to the tomb only the carcass, the unique parchment of the skin, and the fateful rattle of the bones.
- Ik wil de ratel.I want the rattle.
-Die ratel... in een spuitbus met verf?To who? You know that rattle when you shake up spray paint?
Als je een ratel kon vasthouden, kon je een hakkebord bespelen.When you could hold a rattle, you'd hold a dulcimer.
Dat is de ratel van onze moeder.It's our mother's rattle.
Dat is ratel van de dood.That's a death rattle.
- Ja, Mickey zei als dat je soms ratelt.Mickey said you'd rattle off that sort of stuff.
Ah, ja, gebeurtenissen, waar de geschiedenis over door ratelt.That's moments when history rattles over the points. - Shall I tell you what you've written?
Ik weet eigenlijk niet waarom ze zo ratelt.Don't know what rattled her cage.
Let maar niet op de vrouw, ze ratelt maar door.Don't mind the wife, she rattles on.
- Het ratelde.- It rattled!
Nee, er ratelde iets.No, no, no-- something rattled.
Nou, je ratelde dat anders prima.Well, you rattled that off pretty goodly.
Nu, tijdens dat gesprek, ratelde ze een reeks cijfers af.Now, during that conversation she rattled off a series of numbers.
Om te starten, ratelde Sergeant Dunn wel 500 dingen af, die hij deed in de twee minuten voordat ondersteuning kwam.Well, first off, Sergeant Dunn rattled off about 500 things that he did during two minutes at the crime scene before backup arrived.
Ik dacht dat schepsels als u eerst ratelden voor ze toesloegen.I was taught that creatures like you rattled before they struck.
(ratelend hout)( wood rattling )
En de wind ratelend tegen het rooster.And that wind rattling against the lattice.
Hij maakt geen ratelend, knarsend geluid.It's not making that rattling, grinding... banging noise.
We weten nog steeds niet wat dat ratelend geluid is wat daar uit komt.Never can figure out_BAR_what's making that rattling sound in there.
[licht ratelend] [jammerend] [Vrouwelijke officier] er is iets hier.[light rattling] [whimpering] [female officer] there's something here.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

betelen
do
netelen
nettle
oetelen
do
potelen
do
rafelen
fray
rakelen
rake
regelen
arrange
repelen
ripple
rodelen
gossip
titelen
title
zetelen
reside

Similar but longer

afratelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rattle':

None found.
Learning languages?