Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Recommanderen (to commend) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
recommandeer
recommandeert
recommandeert
recommanderen
recommanderen
recommanderen
Present perfect tense
heb gerecommandeerd
hebt gerecommandeerd
heeft gerecommandeerd
hebben gerecommandeerd
hebben gerecommandeerd
hebben gerecommandeerd
Past tense
recommandeerde
recommandeerde
recommandeerde
recommandeerden
recommandeerden
recommandeerden
Future tense
zal recommanderen
zult recommanderen
zal recommanderen
zullen recommanderen
zullen recommanderen
zullen recommanderen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou recommanderen
zou recommanderen
zou recommanderen
zouden recommanderen
zouden recommanderen
zouden recommanderen
Subjunctive mood
recommandere
recommandere
recommandere
recommandere
recommandere
recommandere
Past perfect tense
had gerecommandeerd
had gerecommandeerd
had gerecommandeerd
hadden gerecommandeerd
hadden gerecommandeerd
hadden gerecommandeerd
Future perf.
zal gerecommandeerd hebben
zal gerecommandeerd hebben
zal gerecommandeerd hebben
zullen gerecommandeerd hebben
zullen gerecommandeerd hebben
zullen gerecommandeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerecommandeerd hebben
zou gerecommandeerd hebben
zou gerecommandeerd hebben
zouden gerecommandeerd hebben
zouden gerecommandeerd hebben
zouden gerecommandeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
recommandeer
recommandeert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afcommanderen
do
opcommanderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'commend':

None found.