Rakelen (to rake) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of rakelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rakel
I rake
rakelt
you rake
rakelt
he/she/it rakes
rakelen
we rake
rakelen
you all rake
rakelen
they rake
Present perfect tense
heb gerakeld
I have raked
hebt gerakeld
you have raked
heeft gerakeld
he/she/it has raked
hebben gerakeld
we have raked
hebben gerakeld
you all have raked
hebben gerakeld
they have raked
Past tense
rakelde
I raked
rakelde
you raked
rakelde
he/she/it raked
rakelden
we raked
rakelden
you all raked
rakelden
they raked
Future tense
zal rakelen
I will rake
zult rakelen
you will rake
zal rakelen
he/she/it will rake
zullen rakelen
we will rake
zullen rakelen
you all will rake
zullen rakelen
they will rake
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rakelen
I would rake
zou rakelen
you would rake
zou rakelen
he/she/it would rake
zouden rakelen
we would rake
zouden rakelen
you all would rake
zouden rakelen
they would rake
Subjunctive mood
rakele
I rake
rakele
you rake
rakele
he/she/it rake
rakele
we rake
rakele
you all rake
rakele
they rake
Past perfect tense
had gerakeld
I had raked
had gerakeld
you had raked
had gerakeld
he/she/it had raked
hadden gerakeld
we had raked
hadden gerakeld
you all had raked
hadden gerakeld
they had raked
Future perf.
zal gerakeld hebben
I will have raked
zal gerakeld hebben
you will have raked
zal gerakeld hebben
he/she/it will have raked
zullen gerakeld hebben
we will have raked
zullen gerakeld hebben
you all will have raked
zullen gerakeld hebben
they will have raked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gerakeld hebben
I would have raked
zou gerakeld hebben
you would have raked
zou gerakeld hebben
he/she/it would have raked
zouden gerakeld hebben
we would have raked
zouden gerakeld hebben
you all would have raked
zouden gerakeld hebben
they would have raked
Du
Ihr
Imperative mood
rakel
rake
rakelt
rake

Examples of rakelen

Example in DutchTranslation in English
- Alles om die ellende niet op te rakelen.I'd rather be broken than have this hell raked up.
Ik ben niet van plan om uw saaie carrière op te rakelen, dat is geen misdaad.I don't intend to rake up your dull career, that's not a crime.
Waarom rakel je het weer op?Why do you rake it up?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

eikelen
do
hekelen
denounce
kakelen
cackle
kukelen
do
makelen
do
pekelen
pickle
rafelen
fray
ratelen
rattle
regelen
arrange
repelen
ripple
rodelen
gossip
takelen
tackle

Similar but longer

krakelen
argue
oprakelen
rake
orakelen
oracle

Random

priemen
pierce
psalmeren
psalm honor
puzzelen
puzzle
quadrupleren
quadruple
raaskallen
be delirious
rabatteren
do
raisonneren
rail learn
raken
hit
rammeien
batter
re-integreren
reintegrate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rake':

None found.
Learning languages?