Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitlaten (to do) conjugation

Dutch
24 examples

Conjugation of uitlaten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laat uit
I do
laat uit
you do
laat uit
he/she/it does
laten uit
we do
laten uit
you all do
laten uit
they do
Present perfect tense
heb uitgelaten
I have done
hebt uitgelaten
you have done
heeft uitgelaten
he/she/it has done
hebben uitgelaten
we have done
hebben uitgelaten
you all have done
hebben uitgelaten
they have done
Past tense
liet uit
I did
liet uit
you did
liet uit
he/she/it did
lieten uit
we did
lieten uit
you all did
lieten uit
they did
Future tense
zal uitlaten
I will do
zult uitlaten
you will do
zal uitlaten
he/she/it will do
zullen uitlaten
we will do
zullen uitlaten
you all will do
zullen uitlaten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitlaten
I would do
zou uitlaten
you would do
zou uitlaten
he/she/it would do
zouden uitlaten
we would do
zouden uitlaten
you all would do
zouden uitlaten
they would do
Subjunctive mood
late uit
I do
late uit
you do
late uit
he/she/it do
late uit
we do
late uit
you all do
late uit
they do
Past perfect tense
had uitgelaten
I had done
had uitgelaten
you had done
had uitgelaten
he/she/it had done
hadden uitgelaten
we had done
hadden uitgelaten
you all had done
hadden uitgelaten
they had done
Future perf.
zal uitgelaten hebben
I will have done
zal uitgelaten hebben
you will have done
zal uitgelaten hebben
he/she/it will have done
zullen uitgelaten hebben
we will have done
zullen uitgelaten hebben
you all will have done
zullen uitgelaten hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgelaten hebben
I would have done
zou uitgelaten hebben
you would have done
zou uitgelaten hebben
he/she/it would have done
zouden uitgelaten hebben
we would have done
zouden uitgelaten hebben
you all would have done
zouden uitgelaten hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitlaat
I do
uitlaat
you do
uitlaat
he/she/it does
uitlaten
we do
uitlaten
you all do
uitlaten
they do
Past bijzin tense
uitliet
I did
uitliet
you did
uitliet
he/she/it did
uitlieten
we did
uitlieten
you all did
uitlieten
they did
Future bijzin tense
zal uitlaten
I will do
zult uitlaten
you will do
zal uitlaten
he/she/it will do
zullen uitlaten
we will do
zullen uitlaten
you all will do
zullen uitlaten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitlaten
I would do
zou uitlaten
you would do
zou uitlaten
he/she/it would do
zouden uitlaten
we would do
zouden uitlaten
you all would do
zouden uitlaten
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitlate
I do
uitlate
you do
uitlate
he/she/it do
uitlate
we do
uitlate
you all do
uitlate
they do
Du
Ihr
Imperative mood
laat uit
do
laat uit
do

Examples of uitlaten

Example in DutchTranslation in English
'Je hond uitlaten?-"Walking your dog"?
't Is makkelijker dan 'n hond uitlaten.It'll be easier than walking a dog.
- Ben ik z'n hond aan 't uitlaten ?Why do I feel like I'm walking the dog or something?
- Dat wordt uitlaten.You're gonna be walking a lot of dogs.
- De hond uitlaten.- To let the dog out.
Als hij de wagen dumpt, springt hij er te laat uit.- Right. So, when it comes to ditching the van in the lake, he doesn't get out in time.
Als hij niet snel iets inneemt... dan zal z'n bloeddruk vroeg of laat uit de hand lopen.If we don't get him to take something, and soon, it's only a matter of time before his blood pressure explodes.
Goed, hij is schatrijk en heeft huizen op Mars, Aarde en lo... en laat uit jeugdsentiment sinaasappelsap overvliegen. Maar wat heeft hij verder dat ik niet heb?I mean, aside from having more money than God and homes on Mars, Earth, Io... and who know where else, having fresh orange juice delivered all the way from Earth just to relive his youth... what does he have that I don't have?
Iedereen komt vroeg of laat uit de schaduw.Everyone comes out of the shadows sooner or later.
Je kunt niet na drie maanden zomaar doen of je hier woont. Wat doe je zo laat uit ?You don't just storm in here after three months, like it's still your home.
Net zo als lelijke mensen goed laten uit zien.Right up there with making ugly people doable.
Persoonlijk, begrijp ik niet wat er zo moeilijk is, aan scarlett johansson er mooi laten uit te zien.Personally, I don't get what's so hard about making scarlett johansson look pretty.
We laten uit Amerika... iemand komen om je die aan te meten.It's all right. We'll send to America to have a man come down here and fit you.
Zo wanneer je weg was, gaf ik de toestemming aan Dr. Weir om je wijsheidstanden ook te laten uit trekken.So while you were out, I gave the okay to Dr. Weir to take your wisdom teeth out too.
Graig, ik wist niet dat ze je vrij lieten uit het ME kantoor.Craig, I didn't know they let you out of the M.E.'s office.
- Als je hem uitlaat, hè...Hey, when you walk him, do you...?
- Dan gaan we er iets aan doen. Een banaan in de uitlaat?What do you say we give them a little instant karma?
- Die hond is van een oude man... die z'n bril niet opzet als hij z'n hond uitlaat.This blessed dog belongs to an old man who doesn't wear his glasses to take his dog for a walk!
- Omdat hij z'n hond uitlaat.'Cause he's probably just walking his dog.
- Severide, hebben we een uitlaat?Hey, check over there! Severide, do we have a vent?
-Niet. Maar z'n truck stond er nog toen ik de hond uitliet. Rond 19.30.I didn't, but his truck was still parked out front when i walked the dog by around, uh... 7:30.
Alleen maar omdat jij haar niet regelmatig uitliet, voor wat ik noem, poepkansen.Only because you didn't let her out regularly for what I call pooportunities.
Hoe zit het met dinsdagmiddag, avond.. toen je haar uitliet, heb je een geparkeerde auto gezien hier buiten?How about Tuesday afternoon, evening-- when you walked her, did you, uh, see a car parked out here?
Ik wist niet dat je je eigen hond uitliet.Ray, I didn't know you walked your own dog.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontlaten
anneal
uitbaten
erupt
uitladen
unload
uitlenen
lend out
uitleven
let go
uitlezen
read
uitlogen
leach
uitlopen
leave
uitloten
do
uitloven
promise
uitlozen
do
uitmeten
measure
uitpoten
prick out

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.