Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitloven (to promise) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
loof uit
looft uit
looft uit
loven uit
loven uit
loven uit
Present perfect tense
heb uitgeloofd
hebt uitgeloofd
heeft uitgeloofd
hebben uitgeloofd
hebben uitgeloofd
hebben uitgeloofd
Past tense
loofde uit
loofde uit
loofde uit
loofden uit
loofden uit
loofden uit
Future tense
zal uitloven
zult uitloven
zal uitloven
zullen uitloven
zullen uitloven
zullen uitloven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitloven
zou uitloven
zou uitloven
zouden uitloven
zouden uitloven
zouden uitloven
Subjunctive mood
love uit
love uit
love uit
love uit
love uit
love uit
Past perfect tense
had uitgeloofd
had uitgeloofd
had uitgeloofd
hadden uitgeloofd
hadden uitgeloofd
hadden uitgeloofd
Future perf.
zal uitgeloofd hebben
zal uitgeloofd hebben
zal uitgeloofd hebben
zullen uitgeloofd hebben
zullen uitgeloofd hebben
zullen uitgeloofd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeloofd hebben
zou uitgeloofd hebben
zou uitgeloofd hebben
zouden uitgeloofd hebben
zouden uitgeloofd hebben
zouden uitgeloofd hebben
Present bijzin tense
uitloof
uitlooft
uitlooft
uitloven
uitloven
uitloven
Past bijzin tense
uitloofde
uitloofde
uitloofde
uitloofden
uitloofden
uitloofden
Future bijzin tense
zal uitloven
zult uitloven
zal uitloven
zullen uitloven
zullen uitloven
zullen uitloven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitloven
zou uitloven
zou uitloven
zouden uitloven
zouden uitloven
zouden uitloven
Subjunctive bijzin mood
uitlove
uitlove
uitlove
uitlove
uitlove
uitlove
Du
Ihr
Imperative mood
loof uit
looft uit

Examples of uitloven

Example in DutchTranslation in English
Ene Mr Durant heeft een beloning uitgeloofd voor degene die haar redt.A Mr. Durant has promised a bounty to the men who rescue her.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitdoven
extinguish
uitgeven
spend
uitladen
unload
uitlaten
do
uitlenen
lend out
uitleven
let go
uitlezen
read
uitlogen
leach
uitlopen
leave
uitloten
do
uitlozen
do

Similar but longer

uitsloven
let go

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'promise':

None found.