Opladen (to load) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of opladen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laad op
I load
laadt op
you load
laadt op
he/she/it loads
laden op
we load
laden op
you all load
laden op
they load
Present perfect tense
heb opgeladen
I have loaded
hebt opgeladen
you have loaded
heeft opgeladen
he/she/it has loaded
hebben opgeladen
we have loaded
hebben opgeladen
you all have loaded
hebben opgeladen
they have loaded
Past tense
laadde op
I loaded
laadde op
you loaded
laadde op
he/she/it loaded
laadden op
we loaded
laadden op
you all loaded
laadden op
they loaded
Future tense
zal opladen
I will load
zult opladen
you will load
zal opladen
he/she/it will load
zullen opladen
we will load
zullen opladen
you all will load
zullen opladen
they will load
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opladen
I would load
zou opladen
you would load
zou opladen
he/she/it would load
zouden opladen
we would load
zouden opladen
you all would load
zouden opladen
they would load
Subjunctive mood
lade op
I load
lade op
you load
lade op
he/she/it load
lade op
we load
lade op
you all load
lade op
they load
Past perfect tense
had opgeladen
I had loaded
had opgeladen
you had loaded
had opgeladen
he/she/it had loaded
hadden opgeladen
we had loaded
hadden opgeladen
you all had loaded
hadden opgeladen
they had loaded
Future perf.
zal opgeladen hebben
I will have loaded
zal opgeladen hebben
you will have loaded
zal opgeladen hebben
he/she/it will have loaded
zullen opgeladen hebben
we will have loaded
zullen opgeladen hebben
you all will have loaded
zullen opgeladen hebben
they will have loaded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeladen hebben
I would have loaded
zou opgeladen hebben
you would have loaded
zou opgeladen hebben
he/she/it would have loaded
zouden opgeladen hebben
we would have loaded
zouden opgeladen hebben
you all would have loaded
zouden opgeladen hebben
they would have loaded
Present bijzin tense
oplaad
I load
oplaadt
you load
oplaadt
he/she/it loads
opladen
we load
opladen
you all load
opladen
they load
Past bijzin tense
oplaadde
I loaded
oplaadde
you loaded
oplaadde
he/she/it loaded
oplaadden
we loaded
oplaadden
you all loaded
oplaadden
they loaded
Future bijzin tense
zal opladen
I will load
zult opladen
you will load
zal opladen
he/she/it will load
zullen opladen
we will load
zullen opladen
you all will load
zullen opladen
they will load
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opladen
I would load
zou opladen
you would load
zou opladen
he/she/it would load
zouden opladen
we would load
zouden opladen
you all would load
zouden opladen
they would load
Subjunctive bijzin mood
oplade
I load
oplade
you load
oplade
he/she/it load
oplade
we load
oplade
you all load
oplade
they load
Du
Ihr
Imperative mood
laad op
load
laadt op
load

Examples of opladen

Example in DutchTranslation in English
- Helpen trucks opladen.Two trucks need loading. -Right now?
-Nee, de compressor aan het opladen.- No, loading the compressor.
Alles opladen?Should we load up?
Als je, je wilt opladen, er is elektriciteit.- If you want to download, there is electricity.
Beide voertuigen... opladen.Both vehicles-- load 'em up.
Jij blijft schieten en ik laad op, oké?You keep firing and I'll load, okay?
Nee, nee, je mag je wapen niet laden op het terrein.No,no,you can't load a weapon on the premises.
Oké, we laden op.All right, we'll load them up.
- Ik heb bijna alles opgeladen.That's great, sweetheart, I almost have the truck all loaded up.
- Ik kocht een '78, volledig opgeladen, hierbuiten.-l bought a '78, fully loaded, out the door.
-Nu ben ik helemaal opgeladen.My battery is now loaded.
Alles opgeladen van hier naar het oosten of het westen.Everything loaded on here heading east or west.
Alles opgeladen.The cell's reloaded.
En als het zichzelf oplaad Door de telefoon en energie lijnen,And if it uploads itself Through the phones or the power lines,
Los jij het maar op terwijl ik de buit oplaad.You handle it while I load up on the loot.
Hoe sneller je dit oplaadt, hoe eerder jij je beloning krijgt.The faster you get this loaded, The faster you'll get your reward.
Wie zegt dat 't geen grapjes met ons uithaalt als je de Kill Switch oplaadt?All right, but if you load the kill switch, What's to stop it from playing another funny joke on us?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afladen
unload
beladen
burden
inladen
load
omkaden
do
omladen
charge reversal
oplaten
do
opleven
revive
oplezen
read
oplopen
walk up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'load':

None found.
Learning languages?