Oplaten (to do) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of oplaten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laat op
I do
laat op
you do
laat op
he/she/it does
laten op
we do
laten op
you all do
laten op
they do
Present perfect tense
heb opgelaten
I have done
hebt opgelaten
you have done
heeft opgelaten
he/she/it has done
hebben opgelaten
we have done
hebben opgelaten
you all have done
hebben opgelaten
they have done
Past tense
liet op
I did
liet op
you did
liet op
he/she/it did
lieten op
we did
lieten op
you all did
lieten op
they did
Future tense
zal oplaten
I will do
zult oplaten
you will do
zal oplaten
he/she/it will do
zullen oplaten
we will do
zullen oplaten
you all will do
zullen oplaten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou oplaten
I would do
zou oplaten
you would do
zou oplaten
he/she/it would do
zouden oplaten
we would do
zouden oplaten
you all would do
zouden oplaten
they would do
Subjunctive mood
late op
I do
late op
you do
late op
he/she/it do
late op
we do
late op
you all do
late op
they do
Past perfect tense
had opgelaten
I had done
had opgelaten
you had done
had opgelaten
he/she/it had done
hadden opgelaten
we had done
hadden opgelaten
you all had done
hadden opgelaten
they had done
Future perf.
zal opgelaten hebben
I will have done
zal opgelaten hebben
you will have done
zal opgelaten hebben
he/she/it will have done
zullen opgelaten hebben
we will have done
zullen opgelaten hebben
you all will have done
zullen opgelaten hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgelaten hebben
I would have done
zou opgelaten hebben
you would have done
zou opgelaten hebben
he/she/it would have done
zouden opgelaten hebben
we would have done
zouden opgelaten hebben
you all would have done
zouden opgelaten hebben
they would have done
Present bijzin tense
oplaat
I do
oplaat
you do
oplaat
he/she/it does
oplaten
we do
oplaten
you all do
oplaten
they do
Past bijzin tense
opliet
I did
opliet
you did
opliet
he/she/it did
oplieten
we did
oplieten
you all did
oplieten
they did
Future bijzin tense
zal oplaten
I will do
zult oplaten
you will do
zal oplaten
he/she/it will do
zullen oplaten
we will do
zullen oplaten
you all will do
zullen oplaten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou oplaten
I would do
zou oplaten
you would do
zou oplaten
he/she/it would do
zouden oplaten
we would do
zouden oplaten
you all would do
zouden oplaten
they would do
Subjunctive bijzin mood
oplate
I do
oplate
you do
oplate
he/she/it do
oplate
we do
oplate
you all do
oplate
they do
Du
Ihr
Imperative mood
laat op
do
laat op
do

Examples of oplaten

Example in DutchTranslation in English
Wat we nu moeten doen is dit proefballonnetje oplaten... en kijken wat voor reacties erop komen.Well, I think the thing to do now is to run it up the flagpole, so to say and kind of kick it around for some reactions. Good.
- Goed. Wat doe jij nog zo laat op?What are you doing up so late?
- Wat? Je bent veel te laat op.Shh, mom's next door.
- Wees niet ijdel, wees geen opschepper, blijf niet laat op, hang niet rond met mensen die je niet kent ...- Don't get a swelled head, don't be a bluffer, don't keep late hours, don't be running around with people you don't know...
Al die douairière blijven echt laat op voor een zangavondje?All the dowagers staying up really late for a sing-song.
Als ik meer dan een halfuur te laat op de afgesproken plaats ben, weet je wat je te doen staat.Just go to the rendezvous point. If I'm not there within one half-hour of the time we have planned, then you know what to do.
"het lijk midden op de tennisbaan achter te laten en te ontsnappen..." "zonder daarbij sporen achter te laten op het rode grit?"And murdering Sir Mortimer with the arrow from the astrolabe... which he had sharpened on the stone knife grinder by the scullery window.
Alsof zij zitten te springen om me toe te laten op school.Like they gonna be beatin' down my door to let me in school.
Begrepen, ik wil kleine Monty junior Jr. Niet alleen laten op dat toekomstige strand.Copy that, I don't want to leave little Monty Junior, Junior all alone on that future beach by himself.
Een moeder moest haar kind niet alleen laten op z'n verjaardag !I don't think it's right for a mother to go and leave her child.
En denk er niet aan om een appel achter te laten op mijn bureau.And don't even think about leaving an apple on my desk.
Het is alsof hij een kans liet op redding, de manier waarop hij dat deed met Betty Wright. Hij is voorzichtig.It's like he was leaving open the chance for rescue, the way he did with Betty Wright.
Ik overleefde, maar hij liet op mij ook experimenten uitvoeren.When l didn't die, he subjected me to the same horrible tests.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aflaten
cease
inlaten
do
nalaten
omit
opladen
load
opleven
revive
oplezen
read
oplopen
walk up
opmeten
measure

Similar but longer

openlaten
leave open

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?